794
8. PIONIERTECHNISCH MEMORANDUM.
voor den dienst in staven en bij technische eenheden door D. VAN DEN
BERG, Kapitein der Genie, 's Gravenhage, De Gebroeders van Cleef, 1927.
Een nuttig boekje, waarin vele gegevens zijn samengevoegd betreffende
tijd, personeel en materialen voor verschillende pionierwerkzaamheden be-
noodigd. Voorts vindt men er schema's in voor bevelen van technischen
aard en schema 's voor verkenningsrapporten ten behoeve van rivierovergangen
terwijl ook een overzicht is opgenomen van de pionieruitrusting van de ver
schillende wapens van het Nederlandsche leger.
Uitgegeven in een klein, handig formaat, zoodat het gemakkelijk in den
zak kan worden meegenomen, is dit memorandum vooral bestemd, om te
worden geraadpleegd bij oefeningen in het terrein en te velde.
Hoewel het werkje in de eerste plaats is samengesteld voor Nederlandsche
officieren, bevat het toch ook vele pioniertechnische gegevens, welke voor
Indische officieren van belang zijn. Voor de laatstgenoemden zal het gebruik
er van dan ook ongetwijfeld veel nut opleveren. Wij kunnen de aanschaffing
van dit memorandum derhalve zeer aanbevelen.
B. v. K.
9. POLITIEK OVERZICHT.
De politieke toestand in Sovjet-Rusland. In de afgeloopen maanden
komen telkens berichten uit Rusland overwaaien, die er op wijzen dat er iets
bijzonders geschiedt. Heftiger dan in de laatste jaren ooit het geval is geweest
wordt de roode terreur, krachtiger dan ooit te voren roert zich de linksche
oppositie, valt een opleving te constateeren van den godsdienst, een feit dat
wel het bedenkelijkste symptoom is en er op schijnt te wijzen dat de macht
van het communisme in Rusland aan het tanen is.
Het communistische stelsel in Rusland dreigt vast te Ioopen op Het Agra
rische Vraagstuk en daarom zullen wij dit probleem wat meer van nabij be
schouwen. In Rusland leven 22 millioen gezinnen (ongeveer 84% van de ge-
heele bevolking) van den landbouw. Toen de communistische partij in den
nacht van den 26sten October 1917 aan het bewind kwam, vaardigde Lenin
een decreet uit, waarbij de landgoederen van den kroon, van de kloosters en
kerken en van de grootgrondbezitters ter beschikking werden gesteld van de
Sovjets, teneinde dien grond te verdeelen onder de boeren. Op dat moment
behoorde echter reeds 76 van den bodem aan de boeren of aan autonome
gemeenschappen, de zoogenaamde mirs, die dat land van de groot-grondbe
zitters hadden gekocht. Van den grond die de Sovjets onder de boeren mochten
verdeelen was bovendien reeds ongeveer de helft aan hen verpacht en practisch
bleef er dus nog slechts 12 van het bebouwbare land over dat onder de
boeren kon worden verdeeld.
Overigens annuleerde het decreet de voorschotten die door de Boerenleen
bank aan de verschillende boeren waren verstrekt en waarmede zij het land
vóór 1917 van de groot-grondbezitters hadden gekocht.
Daar stond echter tegenover dat de grondwet van Februari 1918 bepaalde,
dat alle landeigendom was afgeschaft en de boer slechts het gebruiksrecht op
den bodem kreeg, waardoor de boeren dus het eigendomsrecht dat zij zich
met hun zuurverdiende penningen hadden verworven, verloren.
In December 1921 moest het Sovjet-bewind echter reeds deze artikelen van
de grondwet herzien en stond men de boeren het land weder in eigendom af,