797 vrije verkiezingen en een nationaal-democratische regeering. Van een wereld revolutie willen zij niets weten. Intusschen heeft het échec dat de Stalingroep in de Buitenlandsche Politiek door de breuk met Engeland geleden heeft, het prestige dier groep ernstig geschokt. Onmiddellijk heeft de linksche oppositie hier gebruik van gemaakt. In Juni werd door vijftien vooraanstaande mannen der linksche oppositie een document onderteekend, dat feitelijk de basis voor een nieuwe fractie legde. In dat document werd geconstateerd dat de communistische partij zoodanig onder den invloed van de boerenelementen is gekomen, dat een kleinburger lijke strooming in haar de overhand heeft gekregen, en de wereldrevolutie practisch in liquidatie is. Trotsky en de zijnen werden daarop in een vereenigde vergadering van het bestuur en de commissie van toezicht der communistische partij op het Kreml ter verantwoording geroepen en gedwongen een verklaring af te leggen waar door een herstel van den vrede in de partij mogelijk was. Maar de Stalingroep nam daar geen genoegen mede, beweerde dat de verklaring niet oprecht was, en legde de oppositie de verplichting op, onverwijld de fractie te ontbinden. De leden der oppositie werden echter niet geroyeerd als lid der communis tische partij. Een verschuiving naar links als een gevolg van de actie der oppositie heeft dus niet plaats gehad en van een liquidatie der wereldrevolutie is even min sprake. Integendeel! Stalin en zijn medestanders meenen dat de wereld revolutie onuitvoerbaar is alvorens de economische en politieke consolidatie van Sovjet-Rusland voldoende is doorgewerkt. De oppositie acht een dergelijke minitieuse voorbereiding der wereldrevolutie overbodig, wil haar zelfs ver haasten. De thans aan het bewind zijnde Stalingroep is dan ook voor den wereld vrede heel wat gevaarlijker door haar behoedzaam maar onverbiddelijk voor waarts schrijden op het pad der wereldrevolutie, dan de heethoofdige oppositie. En daar de Stalingroep naar het Oosten is georienteerd, is zij in het bijzonder gevaarlijk, voor den vrede in heel Azië, ook voor de rust van Nederlatidsch-lndië De petroleunioorlog. In het bovenstaande hebben wij aangetoond dat de behoefte aan kapitaal in de Sovjet-Unie zeer groot is. Door de breuk met Engeland was het voor Rusland niet meer mogelijk op de Londensche Kapitaal markt te verschijnen. Geen wonder dus dat het zich tot het Amerikaansche Kapitaal heeft gewend en al spoedig bleek de Standard Oil Company <S. O. C.) genegen om het benoodigde kapitaal voor de petroleumindustrie voor te schie ten. En daarmede was de strijd tusschen de oude vijanden de Britsche Royal Dutch-Shell-groep (R. D.S.) en de S. O. C. ontketend. Het is een algemeen bekend feit dat de wereldoorlog heeft geleerd, dat de petroleumvoorziening in tijd van oorlog van minstens evenveel belang is als de munitie- en voedsel voorziening De naoorlogsche petroleumpolitiek is daardoor een integreerend deel geworden van de buitenlandsche politiek der Groote Mogendheden. Er bestaat thans een felle concurrentiestijd tusschen Amerika en Engeland die in het openbaar gevoerd wordt, door de S. O. C.- en R. D. S.- groepen, die intusschen achter de schermen krachtig gesteund worden door de regeering der beide Angelsaksische naties. Op het oogenblik controleeren de S. O. C. en de daarvan min of meer afhan kelijke olieconcerns zooals de Sinclairgroep, de Dohenygroep en andere kleinere groepen van petroleummaatschappijen ongeveer 80 van de productie en 40% van de wereldvoorraden. Engeland controleert daarentegen door de R. D. S. Het optreden van de Roode terreur tegen witte gardisten die men jaren lang in leven heeft gelaten en nu om hals heeft gebracht, de berichten omtrent bomaanslagen tegen communisten, de verscherpte actie tegen allen die met Engeland in verbinding staan, wijzen er op dat ook een witte oppositie het hoofd begint of te steken. Het spreekt van zelf dat de censuur die berichten die daarop betrekking hebben tegenhoudt. Bij gebrek aan betrouwbare gegevens werd dit punt buiten beschouwing gelaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 75