799 sische olie haar aandeed. Bovendien wordt de concurrentie met de R. D. S. groep niet alleen in de Middellandsche Zee, maar middels de bunkerstations langs den Zeeweg naar Azië, nu ook in het Verre Oosten mogelijk voor de S. O. C.. En daarmede heeft het de machtspositie van het Britsche kapitaal in het Oostelijk deel der wereld krachtig aangetast. Ook voor de Russen biedt het contract geweldige voordeelen. Men behoeft zich niet meer bevreesd te maken voor de kapitaaisvoorziening van een industrie, die zich het eerste heeft hersteld en bewezen heeft zelfs onder het Sovjet bewind, ondanks de geweldige moeilijkheden waarmede zij te kampen had, levensvatbaarheid te bezitten. Er is een tijd geweest dat men de Russische olie in de Kaspische zee heeft moeten laten loopen, door gebrek aan afzet gebied en transportmiddelen en dat men om dat maximum verlies te ontgaan, de olie na een overeenkomst betreffende den verkoop dier olie met de Can- tonregeering, over den landweg doer Siberië naar Wladiwostok en van daar over zee naar Canton moest vervoeren. Aan dat alles komt nu een einde. Nieuwe, markten en afzetgebieden worden nu door tusschenkomst van de S. O. C. geopend en voor de Russische olie industrie ligt een mooie toekomst open. De R. D. S. groep zond een nadrukkelijken oproep aan alle verbruikers van olieproducten, om geen Sovjetolie te gebruiken, waardoor men zich bloot zou stellen aan een gerechtelijke vervolging wegens heling van gestolen goed, daar die producten afkomstig waren van door Sovjet-Rusland gestolen petroleum- concessies. Maar in de practijk zal het moeilijk aan te toonen zijn of de geleverde olie inderdaad van gestolen concessies afkomstig is en tenslotte vraagt de afnemer in de eerste plaats naar den prijs van het product en niet naar de herkomst. Het Fransche Departement van Marine heeft dan ook reeds te ken nen gegeven, dat het zich niet wenscht te storen aan dien oproep en de olie koopt, waar zij het goedkoopst wordt aangeboden. Maar niet alleen het petroleum-kapitaal, doch ook de Amerikaansche Harri- mangroep interesseert zich voor Rusland, onderhandelt over de mangaanmijnen van Tsjatoeri en de kapitaalsverhooging van de Britsche „Lena Goldfields". De dollarpolitiek der Amerikoansche geldmagnaten heeft het Amerikaansche kapitaal er toe gedreven in de wederzijdsche boycott van Engeland en Rus land de zijde van Rusland te kiezen en in de kaart van Stalin te spelen, die eerst een economisch sterk Rusland wil stichten alvorens tot de ontketening der wereldrevolutie over te gaan. Het schijnt dat het Amerikaansche kapitaal van oordeel is, dat Rusland lang zaam maar zeker tot den normalen Europeeschen democratischen staat terug keert. Misschien is die zienswijze juist. Maar voorloopig zit het Sovjetbewind nog stevig in den zadel en beteekent iedere vesterking van den economischen basis van de wereldrepolutie in de eerste, plaats het verleenen van steun aan de actie der Sovjetunie in Azië, steun aan de onderaardsche .propaganda, die door aanwakkering van hei revolutionnaire nationalisme het imperialisme be strijdt en overal in Azië, ook in Indië onrust en ellende poogt uit te zaaien. Het valt niet te ontkennen dat het Britsch Nederlandsch petroleumkapitaal groote zuiver particuliere handelsbelangen bij den petroleumoorlog heeft. Maar deze omstandigheid mag ons niet blind maken voor het feit, dat de riicksichtslose dollarpolitiek van het A.merikaansche kapitaal de rustige evolutie van Azië, ook van Nederlandsch-lndië ernstig in gevaar brengt. De toestand in China. Sedert het laatste overzicht waarin wij den toestand in China bespraken, is er een ommekeer gekomen in den zegevierenden op- marsch van Chiang tegen de Noordelijke legers. Sun Chuan Fang had in alle stilte na de door hem geleden nederlagen zijn leger gereorganiseerd, verscheen daarmede in de haven van Taian, en rukte van hieruit op tegen Chiang Kai Shek, terwijl Chang Chung Chang zijn flank dekte door een voorstoot in Westelijke richting langs de Lunghai lijn tegen het leger van Feng Yu Hsiang. Chiang werd aan de spoorlijn bij Pengpu en bij Yengchow aan het Keizer- kanaal gelegen op 20 mijl ten N. van Nangking geslagen en viel achter de Jang tse terug, waar zijn linkerflank bedreigd werd door het le Leger, bestaande

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 77