801 Minister van Financien is. De nieuwe Nangkingregeering is begonnen met een krachtige poging om haar positie te versterken door de ontwapening van het 31e Legerkorps van Bei Bao San, die indertijd zijn chef Sun Chuan Fang verraden had, waardoor deze ten Zuiden van Sjanghai verslagen werd door de Nationalisten. Ditmaal schijnt de Nangkingregeering hem vóór te zijn ge weest en heeft men korte wetten met hem gemaakt, toen men vermoedde dat hij met Sun heulde. Inmiddels zijn de generaals het over de verdeeling van het gebied dat buiten het bestuur van Nangking valt reeds eens geworden. Li Chai Sum wordt tuchun van Kwangtung en Kwangsi, met Canton als hoofdstad; Tang Seng Chi wordt tuchun van Hunan, Hupeh en de Midden Yang Tse; Chen Yun Ao, de voornaamste der Chilligeneraals sedert Wu Pei Fu uit de polietiek is getreden en die tegen zijn chef Feng Yu Hsiang in opstand was gekomen, wordt tuchun van Honan, Yen Hsi Shan van Shansi; Chang Chung Chang van Shantung; Sun Chuan Fang van Noord Kiangsu en Chang tso lin van Peking. Inmiddels heeft Japan Tang Seng Chi bereids als machthebber der Wuhan- regeering erkend. Deze generaal steunt Chin Yun Ao zijn actie in Honan tegen Feng. De Christengeneraal is voor die bedreiging in den rug terug geweken naar Shensi, waarop de model-gouverneur van Shansi, het sleutel- punt van de Peking-Hadkou lijn Shi Hia Chuang ontruimde. Toch is het niet waarschijnlijk dat Chang tso lin zijn ouden vijand in Shensi zal vervolgen aangezien de tuchun van Suyan (N.W. van Peking) met den Christengeneraal schijnt te heulen en dus een ernstige bedreiging in Changs rug zou vormen. Zoo schijnt zich een afbakening van machtssferen in China te voltrekken, schijnt de chineesche revolutie wederom vastgeloopen te zijn in het moeras van het tuchundom. Maar het laatste woord in zake de Chineesche revolutie is nog niet gesproken! Berichten dat China overstroomd wordt door nieuwe communistische agenten, wijzen op niet veel goeds voor de toekomst! Dr. F.d. B. 10. OVERZICHT NEDERLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. Militaire Spectator Juli 1927Luitenant van Kervel vervolgt zijn be schouwingen over gasmunitie en haar gebruik in de afgeloopen wereldoorlog (Zie ook LM. T. blz. 712). Besproken worden allereerst: Infectie-vuur, wordt afgegeven met het doel den vijancj het betreden van een bepaald terrein te beletten of hem tot ontruiming te dwingen, vraagt veel artillerie, veel munitie, vermoedelijk niet toe passen in den bewegings-oorlogstorend-vuur af te geven op défilés, verkeersknooppunten en op hoofdtoegangswegenveront- rustingsvuur om den tegenstander te dwingen steeds alle noodige, het transport belemmerende maatregelen, in acht te nemen; gasbrisantvuur, als groot voordeel van de Duitsche blauwkruisbrisantgranaten, (niesgas-colloïdale nevel) wordt opgegeven, het spoedig buiten gevecht stellen van mitrailleurnesten en bat terijen gasvuur bij den aanval, geen gelijktijdig gebruik van brisantgranaten en vluchtige gasgranaten, omdat de gaswolken te veel verspreid worden, wel naast elkaar te bezigen; voorts: voorzorgsmaatregelen bij het schieten, de tijd, die verloopen moet, voordat onbeschermde troepen met gasbeschoten terreingedeelten kunnen betreden is afhankelijk van het gebruikte gas, weers omstandigheden en terreinbegroeiing. Onder de voorbeelden van gasschieten uit den afgeloopen oorlog wordt o. m. vermeld: „Engelsch vuur, 16 Juni 1917, doel 5 Duitsche batterijen; beschikbaar voor het vuur 18 vuurmonden 11,4 c.M. totale duur van beschieting van 11 v. m. 4.12 n.m. resultaat vijandelijke bat terijen zwegen van 16-19 Juni." Verder worden de voor- en nadeelen van gasschieten tegenover gasblazen en brisantschieten, het schieten met gasmijnen en uit gaswerpers, het gasschieten in den bewegingsoorlog, dat in verband met het groot aantal vuurmonden en het groot aantal projectielen zelden toepassing zal vinden en den toekomstigen chemischen oorlog t/o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 79