802
artillerie en vliegtuigen in het oog gevat. Vermeldenswaard zijn nog de vol
gende mededeelingende (Amerikaansche) meening dat met grootere trefkans
en in meerdere gevallen van vliegbommen gebruik kan worden gemaakt dan
van projectielen verschoten uit vuurmonden, wordt door Duitsche, Fransche
en Engelsche deskundigen nadrukkelijk tegengesproken tusschen 10 en20K.M.
is artillerie-vuur in de meeste gevallen even juist als bombardement uit vlieg
tuigen. Het opstel bevat een bronnen opgave.
Reserve Luitenant-Kolonel van den Oeneralen Staf de Gelder geeft min
of meer los aaneengeregen wenken met betrekking tot y>een nachtgevecht"
waarbij tevens een opgave van de nieuwste bronnen op dit gebied. De ge
leverde arbeid is geen studie; niettemin heeft hij waarde, doordat tal van punten
worden opgesomd, waaraan bij een nachtelijk optreden aandacht moet worden
geschonken. Het artikel wordt applicatorisch toegelicht, modellen van bevelen
zijn opgenomen. Voor hen die deze bevelen bestudeeren is het loonend te
trachten de bevelen te bekorten, zonder op den inhoud te beknibbelen.
J.J. C.P. Wilson schrijft in aansluiting met zijn studie in het vorige nummer
(Zie I.M. T. blz. 712) over de opleiding tot genieofficier. Schr. geeft geschie
denis, voorts een vergelijkend overzicht van de studie pragramma's aan de
K. M. A. en te Delft en komt tot de conclusie, een drie-jarige opleiding voor
officier bij de genietroepen, gevoigd door een tweejarige studie aan de T. H.S.
te Delft. Schrijver wijst er nogmaals op, dat het gewenscht is de verbindings-
en de verplichtingstroepen van het wapen der genie los te laten.
Mavors Juli 1927:
St. Calmeyer geeft onder grepen uit de werkelijkheidbeschouwingen en
enkele voorbeelden beteffende het handgemeen (Zie hiervoor ook revue d'in-
fanterie Augustus, journées de grande bataiile en Infanterie Journal Juli en
Augustus. „The bajonet as a weapon" en „The mission of the bajonet". Een
interessant onderwerp voor bijeenkomst van officieren.
Khpt. O. S. Schmidt vervolgt zijn beschouwingen over het voorschrift veld
dienst 1925, en maakt de flankdekking tot onderwerp van bespreking. Gezien
de sobere behandeling van dit deel der marschbeveiliging in ons A. T. V. 44,
loont kennisname de moeite: taak, gedragslijn en marschvorm worden
besproken. Zeer terecht zegt schrijver, dat het hoofdstuk flankdekking be
ter is te noemen „de beveiliging van de flank", immers er zijn vele gevallen, dat
het niet noodig is een min of meer zelfstandige troepenmacht voor dit doel af te
zonderen. Schrijver geeft de volgende beginselen: op grooten afstand van den
vijand kan worden volstaan met het uitzenden van flankpatrouilles van wielrij
ders; zijn ondernemingen van lichte troepen te wachten of wordt de flank
door een aanval van sterkere strijdkrachten bedreigd, dan wordt een flank
dekking uitgezonden en als de troepenmacht een flankmarsch ten opzichte
van den vijand verricht, dan wordt een flankdekking uitgezonden, maar neemt
bovenden de hoofdmacht èn door groepeering èn door de keuze van het ter
rein, waardoor zij marcheert maatregelen om zich spoedig tot het gevecht
naar de bedreigde zijde te kunnen ontwikkelen. In herinnering moge worden
gebracht, dat volgens het Ned. V. V. de marschvorm van een flankdekking zich
kenmerkt door spits in front en in rug, een hoofdtroep, en flanktroepen
ter beveiliging van de buitenflank.
De heeren Veldmeyer en Fortanier zetten hun het vorig jaar aangevangen
beschouwingen over den voorpostendienst by legerende troepen voort.
Alhoewel berustend op Hollandsche voorschriften en toestanden is de lezing
aan te bevelen waar in het opstel volledige bevelen zijn opgenomen voor het
vak (vergelijk A. T. V. 63) en voor een voorpostendetachement. Laatstgenoemd
bevel bevat in het opstel de volgende punten: toestand bij vijandelijke en
eigen troepennaam, plaats en strook van het detachementnevendetachementen
opstelling, indeeling en vuurplan; volgorde der te verrichten werkzaamheden
als schootsveld verbeteren, afstanden uitzetten, schutterskuilen, schuilplaatsen,
hindernissen, gasbestrijding, gezichtsdekking; beschikbaar stellen van gereed
schappen indeeling van den troep voor de werkzaamhedentaak infanterie-kanon
en mitrailleurs; regeling artilleriesteun; verbindingen; plaats en sterkte van de