806 Commandant Koeltz beëindigt zijn studie „La garde allemande a la bataille de Guise" (zie I.M.T. blz. 631 en 287). Schr. geeft aan het slot van zijn beschou wingen een rapport van het front, destijds gepubliceerd door den generalen staf, en gedateerd 30 September 1914. Het is verleidelijk dit rapport geheel weer te geven, doch waar de ruimte hiertoe ontbreekt mogen worden volstaan de aandacht van den lezer erop te vestigen. O. a. vermeldt het rapport„onze infanterie, voortgesleept door haar onstuimigheid, ging bijna altijd metgroote spoed vooruit, zoodat de artillerie niet in staat was, haar te steunen. In den oorlog heeft de artillerie veel tijd noodig voor haar verkenningen, voor het in stelling komen, enz."voorts „onze artillerie was meestal onmiddellijk door de vijandelijke artillerie ontdekt en „Een jong reserve officier kan geen compagnie leiden, zonder goede onderofficieren; het is betreurenswaard te zien, hoe ons uitstekend menschenmateriaal in den strijd is geworpen," verder „de verkenningsdienst van de cavalerie bleef dikwijls in gebreke, omdat enz." Revue d'Infanterie Augustus 1927. Lieutenant-colonel Besse schrijft over: Les chars de combat au Levant. Blijkens dit gedocumenteerde opstel, zijn de strijdwagens in Syrië met zeer veel succes gebruikt, zoowei in samenwerking met infanterie en cavalerie, als afzonderlijk in groepen van 2 sectie's elk a 3 wagens. Het artikel geeft tal van voorbeelden. De chef d'escadron d'artillerie Duchemin, geeft een practische studie; „Les transmissions au cours d'ime attaque." Deze studie kan niet genoeg worden aanbevolen. Ze is één met die, voorkomende in de Mei en Juni nummers van dit periodiek „Exercice d'application tactique (zie 1. M. T. blz. 632). De schrijver geeft applicatorisch beschouwingen over het gebruik van de verbindingsmid delen bij het regiment, bij de bataljons en bij de artillerie, natuurlijk ook de verbinding artillerie-infanterie. Alhoewel van de hand van een artillerist spreekt de studie toch tot het hart van den infanterist, men luistere „De artillerie commandant moet, behalve zijn artillerieverbindingen, ook de verbinding met de infanterie verzekeren. Hij is het, die er verantwoordelijk voor is trouwens, als die verbinding er niet is, als hij de behoefte van de infanterie niet kent, is hij niet in staat zijn taak te vervullen en blijven zijn kanonnen stom. (Dat klinkt wel heel anders, dan dat de artilleristen zooals vroeger wel werd verdedigd ook eigener initiatief 't vuur kunnen openen om de infanterie te steunen waar zij-de artilleristen- meenden te kunnen steunen.) Schrijver demonstreert dan een mogelijke oplossing voor het gebruik van de verschillende verbindings middelen, door achtereenvolgens de bataljons, het regiment en de artillerie te behandelen. De verschillende beschikbare middelen worden voor elk der genoemde deelen opgesomd, en hun waarde kort besproken. Eén beginsel, met betrekking tot de verbindingen in het regiment, moge uit de geleverde beschouwingen inzonderheid naar voren worden gebracht n. I. Een verbindingsas wordt georganiseerd langs de lijn (pad, weg) waarlangs, naar voorzien wordt, de regimentscommandant zich zal verplaatsen. Aan den kop van dien as bevindt zich de vooruitgeschoven verbindingspost (verzamel plaats van berichten, centre de transmissions avancé, C. T. A.), die de regi mentscommandopost vóórgaat naar zijn toekomstige commandopost en zoo dicht mogelijk achter de voorste bataljons opsluit. Op deze C. T. A. sluiten z. n. de balaljons aan; men treft er aan: ordonnansen, een poste Telegrafie Par Sol, optische seiners, alsmede een telefoon centrale. Ook de poste Te legrafie Sans Fil gaat aanvankelijk met de C. T. A. vooruit omdat op de C.P. van den regimentscmdt. zich reeds een dergelijk station van de artillerie be vindt. Schr. wijst er en passant op dat de C. P. van een regimentscmdt. zich moet kenmerken door eenige stabiliteit. Een commandant moet de momenten voor een verplaatsing met tact kiezen. In een causerie Journées de grande bataille!" schildert de schrijver op boeiende wijze des infanteristen leed op het gevechtsveld, daarbij tegelijk een blik gunnende op de tactiek der kleine onderdeden. Wederom een artikel, dat binnen de muren van een vereenigingszaal voor officieren, met warmte voorgedragen hoorders dankbaar zal stemmen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 84