807 Bulletin Beige des Sciences Militaires. Juli 1927. De meermalen gememoreerde vervolgartikelen worden voortgezet. Capiteine Mattagne levert onder het opschrift: Contribution a l-étude du problème du soutien immédiat et efficace de l'avantgarde par l'artillerie du gros au moyen de tirs observes Schrijver wenscht in aansluiting met vele andere artikelen, die de ondersteuning van de voorhoede door de artillerie meer uit een oogpunt van marschtechniek beschouwen, de waarneming en de verbindingen te bespreken. In het kort komt het min of meer theoretische betoog er op neer, dat de waarnemings organen gevolgd door, en in samenwerking met, de artillerie verbindingsafdee- iingen zich sprongsgewijze met de voorhoede voorwaarts, moeten verplaatsen. Het artikel zal worden vervolgd. Ook de interessante studie, Doctrines cPemploi de l'artillerie wordt voort gezet (zie I. M T. blz. 632) met een hoofdstuk „Répartition de l'artillerie et des missions." Dit hoofdstuk is gewijd aan het vraagstuk centralisatie of décentralisatie in het gebruik van de artillerie. Schrijver bekijkt de zaak van verschillende zijden, om ten slotte tot de conclusie te geraken, dat men slechts tot gede centraliseerd gebruik van de artillerie zal kunnen besluiten, wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden le de kolonels moeten in staat zijn, een troepenmacht uit verschillende wa pens bestaande, te commandeeren. 2e men moet over een sterke divisie-artillerie kunnen beschikken. 3e men moet zich de gelegenheid open houden, om zoo noodig na een decentralisatie onmiddellijk tot centralisatie over te gaan. 4e de artillerie, die onder de bevelen van de infanterie wordt gesteld, moet mechanische tractie zijn. Onder analyses et compies rendus treffen we het vervolg aan van de be spreking van het nieuwe Engelsche gevechtsvoorschrift voor de infanterie, (zie 1. M. T. blz. 633). alsmede van het Schieszvorschrift fiir Oewehr, Karabine, leichtes Maschinengewehr, Pistole, u. s. w. Bulettin Beige des Sciences Militaires Augustus 1927. De meermalen gememoreerde vervolgartikelen worden voortgezet. Kapitein Mattagne geeft zijn reeds in uitzicht gestelde practische toepassing van de door hem in het vorige nummer onder den titelContribution d l'étude du problème du sou tien" inmédiat et efficace de I' avant-garde" verkondigde theoriën. De kennis name van de beschreven oefening moge inzonderheid den artilleristen worden aanbevolen; terwijl de ontwerper van een O. I. A T. er wellicht goede ideëen aan kan ontleenen. Het is trouwens een soort O. I. A. T., die hier beschreven wordt. Capitaine Daubechies komt in een vlot geschreven studie getiteld: „A propos du groupe de combat" nogmaals lerug op de jongste wijziging in het Belgische exercitie reglement voor de infanterie, (zie ook W. J. '26 blz. 124 e.v.) Deze wijziging brengt mede, dat tijdens het gevecht de groupe de combat kan worden versterkt in overeenstemming met haar opdracht en dat de sectie-commandant naar behoefte homogene-(dus geweermitrailleur-en geweer)- groepen kan vormen Schrijver houdt een warm pleidooi voor een definitieve organieke scheiding van geweermitrailleur- en geweergroepen. (zie ook I. M. T. blz. 554). Een bepaling als „Buiten het gevechtsveld wijzigt de sectie-commandant, volgens de orders van den compagnies-commandant, het aantal en de samenstelling van de groupes de combat van zijn sectie" klinkt wel vreemd. Wat blijft er nog van het organiek verband over op die manier? Schrijvers grieven zijn overigens samen te vatten als volgt:" Een groupe de com bat heeft op het gevechtsveld een te gering front (max. 75 M.), om met vuur en stootkracht te kunnen manoeuvreeren, een groepscommandant is niet in staat, om een gecompliceerde eenheid te leiden; het gebruik van de vuurkracht (auto matische wapens) is niet verzekerd als de geweermitrailleurs geheel onafhan kelijk van elkaar werken". Het vertrouwen in de doelmatigheid van de groupe de combat, wordt ook niet weinig ondermijnd door de volgende mededeeling, die wij in dit bijzondere geval „woordelijk" zullen aanhalen: „Le groupe de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 85