A. Men moet beschikken over vuurmonden mei een groot zijde- lingsch schootsveld. Crndt. Z noemt in het artikel het Fransche materieel, dat wel en dat niet aan de eischen voldeed. Ook generaal Anclade zegt, dat de Fransche korps artillerie technisch niet vol doende was. B. Men moet over verbindingsmiddelen beschikken, die de gelijk tijdige vuuropening van alle batterijen op hetzelfde doel waar borgen. Het is onvoldoende, inderdaad, om te vertrouwen op de voorafgaande regeling van de horloges en het streng volgen van één plan van gebruik der artillerie. De crndt. moet aan onvoorziene omstandigheden, die zich vaak voordoen tijdens het vuur en die noodzaken af te wijken van de regeling op een bepaald uur het hoofd kunnen bieden. C. Men moet over tijd en middelen beschikken, om met enkele schoten de hoogstnoodige schiet gegevens te verzamelen en indien de artillerie bij verrassing moet werken, in ieder geval de eerste schoten van cle serie concentraties controleeren. Alen moet zeker kunnen zijn, dat de 3, 4, of 500 schoten, die men voor de neutralisatie van het doel noodig acht en die binnen 3' 5' op het doel moeten vallen er ook werkelijk op vallen en niet er buiten. Vooral tegen dit punt zullen veel tegenwerpingen komen, zegt crndt. Z. Men zal zeggen: a. dat iedere controle onnoodig is, indien de topogr. en ballistische voorbereidingen goed zijn gemaakt. Men zal goede voorbeelden aangeven, in 1918 ermede behaald. Doch cmd. Z. zegt terecht, dat dit geen voldoende bewijs is. Want in 1918 kan men evenveel voor beelden aangeven, waarbij goede voorbereidingen gemaakt waren en de vuren toch het doel misten. Zonder iets te kort te doen aan de vuurconcentraties of de voor bereidingen, mag men er toch niet volkomen op vertrouwen, zest comdt. Z. b. Een andere tegenwerping zal zijn, dat de concentratie van meer dere batterijen op hetzelfde doel fouten corrigeert en de trefkans vermeerdert. (Zie o. a. Artikel Kol. „Mazin.") Het is inderdaad zeer waarschijnlijk, dat de gemaakte fouten niet in denzelfden zin zullen zijn, en dat het doel binnen het sprei dingsbeeld zal liggen. Doch is dit alleen wel voldoende, om de resultaten te verkrijgen, die men met het vuur beoogt? Wanneer we ons de definitie van vuurconcentraties eens herin neren en we gaan na de motieven die hebben geleid om de vuur concentraties voor vele gevallen aan te nemen, dan kunnen we zonder tegenspraak opmerken, dat de opeenhooping van zeer veel projectielen op het doel in korten tijd alleen in staat is om het gewilde effect te bereiken. Om een voorbeeld te geven, zegt crndt Z. 826

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 14