uitgevoerd door eenige groepen. Ze hadden altijd succes, doch ze werden altijd uitgevoerd door persoonlijk initiatief! De onvoorwaardelijke eischen, om massa-effect te kunnen bereiken, zijn volgens generaal d'Anglade: a. Een juiste organisatie van het artilleriecoinmando. b. Materiaal geschikt om concentraties op groote schaal uit te voeren. c. Juiste schiet methode en vuurtaktiek. De schrijver vraagt zich af: lo. Heeft de cmdt. van de korpsartillerie het art. vuur geleid? 2o. Was de korpsartillerie georganiseerd het vuur te leiden? Vóór den oorlog werd de rol dien de cmdt. van de korps-art. speelde steeds geringer. De laatste opvattingen stelden hem voor als technisch adviseur, maar vooral als „ravitailleur"dus de man van af- en aanvoer. Men liet hem wel het regiment korps-artillerie a 4 afd., doch reeds vanaf de eerste slagen, werd die artillerie verdeeld over de divisies. Het gebeurde, dat de cmdt. v. d. C. A. niet eens geraad pleegd werd omtrent die verdeeling. De decentralisatie van de artillerie ten behoeve van de divisie was een voldongen feit. Men kende geen massavuur en kon het niet afgeven. Dit duurde tot 1915. De divisie artillerie werd nu versterkt, met veel modern materiaal. Het korps hield de oude de Bange vuurmonden. De artilleristen ontweken als het ware een commando als cmdt. v. d. artillerie v. h. korps. Het was immers een commando van den tweeden rang. De rol, die de cmdt. van de korps-artillerie voeren zou, was slcchts op papier waar. De organisatie richtte zich op de behoeften van de divisie. Resultaat: Tot den wapenstilstand is de slag geleid door de divisies. Massa-inzet van artillerie is dus onmogelijk. En toch: Al die artillerie vuurde met vuurconcentraties. Zeer typische voorbeelden haalde generaal Anglade aan. Eén voorbeeld willen we even noemen. In 1918 (Maart) bezette een van de beroemdste korpsen het front van Mort-Homme, nabij fort de Vaux. De vijand viel één van de divisies aan. De artillerie van de neven-divisie zweeg. De A. C. van het korps wendt zich tot het leger om versterking. En de neven-divisie beschikte over 48 moderne zware vuurmonden. In Mei-Juni werden door het korps, concentraties voorgeschreven. De artillerie van de divisie wist er zich van te onthouden. Die had z. g. te veel te doen met de ,,travaux intérieurs" Slechts 1 blz. wijdt de generaal aan het materiaal en de vuurtak tiek. Het zijn immers maar bijkomstige omstandigheden. Zeker, zij 831

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 19