Eveneens wordt daardoor de gelegenheid geschapen om het volle profijt te trekken van die vliegeniers welke uitmunten door buitengewone kwaliteiten als vlieger en schutter, en door hunne karaktereigenschappen d. w. z. door wilskracht, tegenwoordigheid van geest, besluitvaardigheid enz. En waar bij ons de vliegeniers nagenoeg alle tot het actief dienend personeel behooren, bestaat volop gelegenheid deze eigenschappen, waar zij aanwezig zijn, ook tot volle ontwikkeling te brengen tijdens de langdurige vlieger loopbaan. Deze vliegeniers zullen in het individueele gevecht als jachtvlieger een veel hooger rendement geven dan als bestuurder van een verkeningsvliegtuig. Dat in de oorlogsjaren lang niet alle jachtvliegers opgewassen bleken voor hun taak, sproot voor een niet gering deel voort uit het nijpend personeelgebrek, waardoor de nog onervaren jonge piloten zóó van de vliegschool, rechtstreeks naar de jachtformaties aan het front gecommandeerd werden, waar zij vaak spoedig en gemakkelijk ten prooi vielen aan vijandelijke azen. Gemakkelijker nog in een 1 -zitsjager dan in een 2-persoons- toestel waar zij steun hadden aan den mitrailleur-schutter, om welke reden de meer ervaren jachtvliegers dan ook liever streden tegen 1-zitters dan tegen 2-zitters. De goede kansen der ervaren jachtvliegers in het luchtgevecht blijken wel uit het feit dat van de 72 Duitsche vliegers die de „Ordre Pour le Mérite" ontvingen er slechts 27 zijn gesneuveld. Waar, naar de overtuiging der meeste vliegeniers, het bezit van jachtvliegtuigen voor ons noodzakelijk is, daar zou in oorlogstijd het ontbreken daarvan een zeer ongewenscht gevoel van minder waardigheid tengevolge kunnen hebben. En de opvoering van het moreel zal dus zeker niet een der minste resultaten zijn van de aanschaffing van jagers. De verhooging der gevechtswaarde der Luchtvaart-afdeeling, welke zooals gezegd o.a. door aanschaffing van jachtvliegtuigen kan geschieden is m.i. tot nu toe teveel op den achtergrond ge bleven in het oefenschema der Luchtvaart-afdeeling, zij het ook dat de omstandigheden daartoe medewerkten. Ik heb hier op het oog de opleiding tot mitrailleur-schutter en bommenwerper. In de mitrailleurs immers liefst van zwaar kaliber en met goede munitie bediend door puike schutters, zetelt de kracht der vliegtuigen. En al moge door het ontbreken van het een, de gelegenheid tot opleiding voor het ander geleden hebben, toch had aan de schietopleiding op den grond zoowel van vliegeniers als van waar nemers meer aandacht kunnen zijn besteed als van hare oprichting af tot nu toe het geval is geweest. Individueele schietoefeningen met windbuksen, hagelgeweer en kleiduiven, karabijn en zware mitrailleurs, zijn noodzakelijke voorbereidingen voor den goeden luchtschutter. En des te klemmender wordt dit argument, indien een opleiding tot jachtvlieger mocht worden ingesteld. 845

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 33