zou worden in gebruik genomen, bestaat er veel kans, dat met
een doelmatige pasta kan worden volstaan.
Het vraagstuk betreffende het tegengaan van het beslaan dei-
oogglazen in de tropen zal evenwel langs proefondervindelijken
weg moeten worden opgelost.
Bijzondere eischen betreffende de slang.
1. De slang moet van luchtdichte grijsgroene, solide, duurzame
en elastische stof vervaardigd zijn, die haar eigenschappen
jarenlang blijft behouden.
2. Zij moet voldoende wijd (inwendige diameter minstens 3 c. M.
en zoo lang zijn in verband met den afstand van masker tot
vullingsbus, dat de bewegingen van hoofd en romp in alle
richtingen ongehinderd kunnen plaats hebben zonder dat er
knikken in de slang gevormd worden.
3. bevestiging van de slang aan de bus en aan het masker moet
gasdicht zijn en een gemakkelijke en snelle verwisseling dooi
den man 'mogelijk maken (bajonetsluiting van roestvrij
metaal).
4. Het inwendige oppervlak van de slang moet glad zijn en de
weerstand ten opzichte van de zich er in bewegende lucht zoo
gering mogelijk.
5. De plaats van bevestiging in het masker is onmiddellijk voor
den mond; de plaats van aansluiting op de bus is op het
bovenoppervlak der laatste.
Als materiaal, waaruit de slang wordt gemaakt, is rubber het
meest aanbevelenswaard. Het nadeel der geringe houdbaarheid van
deze stof, in het bijzonder in de tropen, kan grootendeels onder
vangen worden door dikwandige buizen van eerste kwaliteit caout
chouc te gebruiken.
Om de 'buigzaamheid der slang te bevorderen en het ontstaan
van knikken te voorkomen, worden cirkelvormige plooien aange
bracht (zie gasmasker E.)
Veelal wordt de buitenzijde der buis nog versterkt door haar te
bekleeden met een laag weefsel.
Het verdient aanbeveling de dragers der gasmaskers te voor
zien van een voldoende hoeveelheid kleefpleister om lekken in
slang, maskerdoek en bus te kunnen dichten.
Bijzondere eischen te stellen aan de vullingsbus.
1. Het metaal moet zijn stevig, roestvrij, duurzaam, niet zwaai
en grijsgroen van kleur.
2. De vullingsbus moet zijn luchtdicht (in- en uitlaat buiten
beschouwing gelaten), terwijl de constructie zoo moet zijn,
dat zij in het gebruik ook op de naden geen lekken gaat ver-
toonen.
856