tueel een tube pasta voor de vensters met lapje voor het
inwrijven bergt.
3. De sluiting geschiedt door een overslaande klep, die met twee
roestvrije druknoopen wordt vastgezet.
4. De draagband (breed 5 e. M.) is voorzien van een schuif,
die het inkorten c. q. verlengen toelaat.
5. De naden moeten waterdicht zijn.
6. De zak is aan beide zijden voorzien van een stevig oog; aan
een der beide oogen is een band verbonden, die het mogelijk
maakt om langs den rug gevoerd en aan het andere oog vast
gemaakt, den zak stevig tegen de borst te doen aansluiten.
7. De zak moet zoo zijn ingericht (veer op den bodem), dat het
onder in de bus geplaatste inademingsventiel zonder hinder
kan functionneeren.
(8. Maskerzak en maskerdoek dragen dezelfde nummers,
aangevende het taillenummer en het fabricage-cijfer zie
eischen betreffende het maskerdoek
Zooals hiervoren reeds werd betoogd moet het masker met toe-
behooren den drager zoo weinig mogelijk in zijn bewegingen belem
meren en moet het beschermingsmiddel als een persoonlijk uit
rustingsstuk worden beschouwd.
Bijzondere eischen betreffende de ventielen.
1. De ventielen mogen in gesloten toestand geen gas doorlaten
en moeten in open stelling een gemakkelijk doorstrijken dei-
lucht in ruim voldoende hoeveelheid toelaten.
2. Zij behooren doeltreffend en reeds ten gevolge van een uiterst
geringen druk te werken, mechanisch sterk en duurzaam te zijn.
3. Zij moeten zoo zijn aangebracht en eventueel beschermd, dat
mechanisch letsel in gewoon gebruik praktisch uitgesloten is.
4. De constuctie zij zoo eenvoudig mogelijk.
De ventielen zijn de teere punten van de moderne gasmaskers
en juist op deze ventielen moet men kunnen vertrouwen, wil
men niet de kans loopen plotseling op kritieke oogenblikken
aan de gevaren van een niet of niet voldoende functioneerend
gasmasker te zijn blootgesteld. Talrijke soorten van ventielen
zijn dan ook in verschillende maskers in gebruik geweest, terwijl
ook de plaatsen, waar zij in de apparaten werden aangebracht,
belangrijk uiteenliepen. Een volledige behandeling van het vraag
stuk der constructie en der plaatsing van de ventielen zou de
behandeling in een afzonderlijk artikel waard zijn. Wij zullen
ons beperken en op het voorbeeld van Schwing (Mavors 1925
No. 10) de voornaamste ventielen en hunne plaatsing aan een
korte beschouwing onderwerpen.
860