5. UIT DE PRACTIJK.
a. OMSINGELEN VAN HUIZEN.
Onder huizen wordt hier verstaan, woningen van normale afme
tingen en niet die van 100 en meer meter lengte; bv. dus van
10 X 8 meter, wat voor eene Inlandsche woning reeds groot
genoemd mag worden. Door afdeelingen, van welke men niet
overtuigd is, dat de zenuwen hun geen parten zullen spelen,
geschiedt de omsingeling als aangegeven in het V. P. T. L. dus
aan twee zijden, indien de woning niet hoog boven den grond staat.
Door beproefde troepen laat men in elk geval het huis steeds
aan alle kanten afzetten, aangezien deze methode meer kans van
slagen biedt. Geschoten wordt eventueel slechts door hen, die front
naar buiten hebben gemaakt.
Het doen ontladen der karabijnen is absoluut af te raden. Mocht
de djahat nl. door de linie weten heen te komen, dan heeft men
geen enkele kans meer hem toch onschadelijk te kunnen maken.
Heeft tijdens de omsingeling eene aanval plaats, dan is het leed
niet te overzien. En hierop toch bestaat veel kans, indien de
gezochte een voornaam hoofd is, dan wel de troep op een valsch
bericht naar het bewuste huis is gelokt.
Mocht onverhoopt toch naar binnen worden geschoten, welnu
dat risico moet men op zich durven nemen, vooral wanneer het
een berucht bendehoofd betreft.
Elk goed brigadecommandant zal binnen de twee maanden
weten, tot welke van bovengenoemde twee categorieën zijne brigade
gerekend moet worden.
b. KLEWANGAANVALLEN.
In uitgestrekte terreinen, welke zich voor dergelijke aanvallen
leenen, wordt gemarcheerd als aangegeven in punt 32 van het
V. P. T. L. en zooveel mogelijk naast den weg.
Waar deze aanvallen echter verwacht worden, dan wel in niet
uitgestrekte terreinen, wordt geloopen in front links en rechts van
den marschweg, op een paar passen verspreid. Nu echter de kara
bijn geheel in de houding van vaardig; de klewang in de rechter
hand, waarvan de wijsvinger gestrekt langs den beugelknop; de
karabijnriem eenmaal om den linkerpols geslagen. Men gaat op
jagersmanier vooruit, loerend en spiedend naar wild, dat men
verwacht te zien.
865