over Sarolangoen en Bangko tot Moearo Boengo vindt men een eigenaardigen kronkelweg, honderden kilometers lang, waar tot voor kort alleen de Ford zich walzend of schimmyend over be woog Vervolgens, van Boengo tot M. Tebo een goed bedoelde, maar vervallen kunstweg en verder, naar de grensplaats der Minangka- bauërs, Soengeidareh, een verbinding die gevoegelijk auto-pad genoemd zou kunnen wordenniet verhard maar toch goed berijd baar. In de residentie Sumatra's Westkust, dit luxe-experiment van het Hollandsche bestuur, zijn de wegen natuurlijk goed en veeltallig; van Soengeidareh tot Pajakoemboeh voert een uitstekende kunst weg ons in het bergland. Waarom hier door de vroeger genoemde verkennings-commissie afgeweken werd van het principe om de luchtlijn niet door het gebergte te leiden, kan voorloopig niet besproken worden, genoeg zij het te vermelden dat er in Paja koemboeh een landingsterrein door de zorgen van het B. B. in orde was gemaakt en dat men daar nu ook wel graag de resul taten van werk wilde zien. De afstand BandoengPajakoemboeh (rond 1200 K. M., gemeten langs den luchtweg) kon alleen door de C.V, op het oogenblik nog de eenige bij de L. A. in gebruik gestelde vertegenwoordiger van onze modernste verkenners, in één sprong overbrugd worden, maar Lahat was reeds vroeger gebleken een uitstekend tusschen- landingsterrein te zijn, juist halverwege gelegen en in ieder geval zou daar overnacht worden. Verder werd het noodzakelijk geacht, dat op de beide trajecten minstens één noodlandingsterrein aanwezig was, een voorwaarde waaraan Bandoeng Lahat reeds voldeed, daar Telokbetong een weliswaar niet ideaal, maar toch reeds meermalen beproefde landings-gelegenheid opleverde. Nu zou voor het ge deelte Lahat—Pajakoemboeh een terrein bij Bangko het best op zijn plaats geweest zijn, maar de verkenningen daar ter plaatse hadden reeds geleerd, dat de aanleg van een vliegveld, hoewel mogelijk, toch nooit meer zou kunnen geven dan een noodlan- dingsterrein in den waren zin des woords en daar het al spoedig kwam vast te staan, dat voor de vlucht o. a. de goedige, oude, maar zeer bedrijfszekere de Havillands gebezigd zouden worden en dus een landing om de 3 of 400 K. M. voor het bijvullen van benzineop het programma kwam te staan, werden in de plaats van Bangko twee terreinen aangevraagd, nl. bij Sarolangoen en Telok Koeali, in de buurt van Moeara Tebo. Men moet goed begrijpen, dat aanvragen ging niet met het gebaar van iemand, die weet dat er een ruime beurs voor hem geopend zal worden; het mooie van het doordringen der vliegerij tot in het hart van Sumatra ligt juist in het feit, dat alles zoo op een koopje moest gebeuren. Het kon niet anders, het rapport van de verkenningscommissie was te nauwernood bij de Regeering aan gekomen, het standpunt öf men wel zou overgaan tot de voorbe- 869

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 57