Weinigen van hen die de bovenlanden van Palembang niet uit eigen aanschouwing kennen, zullen den naam Lahat kunnen thuis brengen. Het kwam vroeger niet op den Bos atlas voor, het werd niet op school geleerd. Nu is het een stadje in opkomst, aan een kruis punt van goede wegen, met een spoorverbinding zoowel op Palembang als Telokbetong, met groote plannen voor de toekomst, waarin de spoorweg naar Moeara Bliti (tot Tebing Tinggi reeds in aanleg) als nummer één figureert. Dat dit centrale punt van den Palembangsche „Oeloe" reeds thans over een uitstekend vliegveld beschikt is van niet te onderschatten belang, mogelijk uit een economisch, maar in ieder geval zeer stellig uit een bestuurspolitiek oogpunt. Lahat heeft geen hotel, nóg niet maar het bezit, wat waar schijnlijk beter is, een goede pasanggrahanuitgerust en goed doorvoed konden wij den volgenden dag de marsch ingaan. Volgens het programma zouden er verkenningen in de omstreken van Lahat plaats hebben, want hoe vreemd dit ook voor een Stad-der-Toekomst moge lijken, zij grenst aan het onbekende, aan de ontoegankelijke rimboe, waar alleen Koeboes een vreed zaam en primitief bestaan leiden. Of eigenlijk, zelfs dat laatste was niet vastgesteld, het voorkomen van Koeboes was bekend, maar omtrent plaatsen van vestiging en wijze van samenleving bestond in het geheel geen zekerheid. Gebrek aan plaatsruimte belet mij, gedetailleerd in te gaan op de verkenningen, die strooksgewijze door de vier vlieg tuigen afzonderlijk werden gevlogen; genoeg zij het te vermelden dat in twee uur tijds een globaal overzicht van de Semangoes- streek werd verkregen, dat geconstateerd kon worden dat een groot gedeelte der kali-oevers wèl bewoond is door een bevolking, die vluchtte bij onze naderingen dus wel niet uit Maleiers bestaan zal hebben en dat, met vrij groote zekerheid, de richting aange geven kon worden, van waar uit grond-verkenningen met kans op slagen zouden kunnen verricht worden. De gezaghebber van Lahat wien de Commandant L. A. door het afstaan van zijn plaats in de gelegenheid had gesteld, de verkenning mede te maken, was opgetogen over de resultaten van de geïmproviseerde tour- neé en zijn lijvig rapport tezamen met een kort verslag onzer zijds zal wel niet nalaten de aandacht te vestigen op het gebruik van vliegtuigen voor het opvullen van de witte vlekken op onze kaarten. Zaterdagsmorgens om zeven uur vertrokken we naar Taloek Koeali Tebing Tinggi (waar de attente postcommandant met witte lappen „Leve L. A." voor de benteng had uitgelegd) en Moeara Bliti werden op 1000 M. hoogte en in groote haast gepasseerd, maar den vorigen dag had ik de gelegenheid gehad om na de verkenning een klein eindje om te vliegen en zoo de mij zeer goed bekende plaatsjes wat meer op mijn gemak te bekijken. 872

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 60