voorkomen dat personen kort na een overplaatsing met verlof wegens langdurigen dienst vertrekken. b. In aansluiting met a. zou voorts kunnen worden overwogen, de verlofsbepalingen aan te vullen in dien zin, dat behoudens bijzondere omstandigheden, geen verlof wegens langdurigen dienst wordt verleend, dan nadat de betrokkene tenminste een jaar in zijn garnizoen heeft doorgebracht. c. Voor wat betreft de minderen een bepaling te maken, dat alle niet-Europeesche militairen in hun eerste verband na uiterlijk 2 jaar op Java te zijn geweest (recrutenopleiding inbegrepen) naar de buitengewesten zullen worden gezonden, waar zij dan ongeveer 4 jaar blijven, zonder dat mutatie's zijn te verwachten als verlof wegens langdurigen dienst, herverbintenissen enz. Eerst daarna zou sprake mogen zijn van indeeling als bedieningsman schap voor de karabijnmitailleurs, bij de mitrailleurcompagnieën, bij de compagnie wielrijders, bij de depotbataljons als oude man schappen (als ordonnans), bij de marechaussee bataljons op Java enz. Wel is waar kan op deze wijze in de behoefte aan aanvulling voor de buitengewesten niet ten volle worden voorzien, doch een verbetering wordt zonder twijfel verkregen. Als groot voordeel wordt dan tevens bereikt, dat de jonge soldaten door hun ver blijf op de buitgengewesten een grootere mate van zelfstandigheid leeren. Ook aan de bestaande bepaling om de jonge officieren zoo zoo spoedig mogelijk (na een verblijf van ten hoogste 2 jaar) naar de buitengewesten over te plaatsen zal ten strengste de hand moeten worden gehouden. Zij kunnen daar dan 4 jaar blijven, voor ze in aanmerking komen voor buitenlandsch verlof, terwijl zij eerst daarna in bij zondere functie's worden geplaatst of voor indeeling bij andere onderdeelen dan de veldbataljons of garnizoensinfanterie beschik baar komen. Hieraan is het groote voordeel verbonden, dat op Java over oudere luitenants wordt beschikt, die bovendien op de buitengewesten hebben geleerd zelfstandig te handelen en aldaar gedurende 4 jaar achtereen in nauw contact met de troepen hebben verkeerd. Overeenkomstige bepalingen waren te treffen voor het kader beneden den rang van officier. d. Het aantal mutaties bij de mitrailleur-compagnieën en de karabijnmitrailleurs te verminderen, door te voorkomen dat mi litairen die vroeger reeds bij die afdeelingen geplaatst zijn ge weest en daarbij niet voldeden later opnieuw bij die afdeelingen worden ingedeeld, hetgeen zou kunnen worden bereikt door op het uittreksel stamboek van de militairen een aanteekening te stellen, waaruit kan blijken, dat en waarom de man bij de mi trailleurs of karabijnmitrailleurs wel of niet heeft voldaan. 905

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 11