5o. Met de afstanden neemt het munitieverbruik sterk toe en
worden de eischcn aan de artillerie te stellen zwaarder. Met dc
afstanden moet ook de in te zetten artilleriemacht toenemen, om
een zelfde resultaat te kunnen bereiken.
Hoe eenvoudig deze stelregel ook moge zijn, tegen geen regel
wordt in de praktijk zoozeer gezondigd. Hoe vaak ziet men bij
oefeningen op grooten afstand (tijdens de nadering) maar niet
wat artillerie in stelling zetten, om de infanterie te beveiligen tegen
artillerievuur, terwijl misschien de opdracht voor de heele divisie
artillerie zwaar zou zijn. Hiermede moet gebroken worden. Wil
men artillerie in stelling zetten, laat men het dan doen met een
duidelijk beeld voor oogen, wat met die artillerie is te
bereiken.
60. Men zal zich bij de doelenkeuze moeten beperken. Men
kan niet alles eischen van de weinige artillerie. Niet vergeten moet
worden, dat men met een zwakke artilleriemacht niet alles kan
doen, wat in den stellingoorlog gebruikelijk was, afgezien van het
feit, of het wel wenschelijk zou zijn. Men zal op een gegeven
moment kiezen of deelen. Men kieze dan het meest belangrijke
doel. Geen versnippering van krachten, over doelen, waarvan de
bestrijding van elk alle middelen opeischt.
Hoe wij ons het gebruik van de artillerie in legers met een
zwakke artilleriemacht denken?
1. Men trachte op de plaats waar men de beslissing zoekt een
overmacht te stellen.
2. Wij zouden hierna willen wijzen op punt 2017 van het
Duitsche reglement voor de artillerie (Kampfschule), een punt,
reeds elders aangehaald en waarvan de strekking was, aan te
geven, wat er met artillerie in modern uitgeruste legers kan gebeu
ren en dat dit niet zonder meer kan worden nagevolgd door kleine
legers met een zwakke artilleriemacht en geen of zwakke lucht-
verkenning. In zulke legers zullen ,,Nahkampfaufgaben" (directen
steun aan de infanterie) overwegend moeten zijn.
3. Het gebruik van de artillerie in den aanval.
Hiervoor zouden wij als richtsnoer willen nemen, punt 2013 van
meergenoemd voorschrift, dat eveneens hiervoren door ons is aan
gegeven.
De artillerie is een hulpwapen. Haar heele optreden wordt
beheerscht door de vraag: Hoe kan de infanterie in het gevecht
het best geholpen worden en hoe kunnen zooveel mogelijk verliezen
bespaard blijven?
Wanneer we de infanterie in den aanval volgen dan zien we
haar achtereenvolgens zones passeeren, die theoretisch vrij scherp
zijn te scheiden, (zie figuur 8).
916