Dit is uit den aard der zaak een ongunstige groepeering en is alleen maar te ondervangen, indien men de Atd. Auto-tractie gereed houdt om de voorhoede op aanvrage onmiddellijk te steunen. Doch deze marcheert sprongsgewijze aan den staart der Divisie. Groote moeilijkheden zuilen kunnen ontstaan bij het oprijden langs den rijweg, indien men al zou aannemen, dat de afstand geen nadeel of bezwaar zou zijn, (wat o. i. wel het geval is). Men zou dit nadeel kunnen ondervangen door bijv. de Staf en 2 Batterijen zich sprongsgewijze te laten verplaatsen tusschen Hoofdmacht en Hoofdtroep. (Den afstand tusschen deze beide onderdeelen zoonoodig iets te vergrooten). Men heeft dan het groote voordeel, dat men bij de eindgroepeering de beide afdee- lingen Berg-Art. kan inzetten, daar waar de beslissing valt. Wij zouden de ontegenzeggelijk aanwezige nadeelen gaarne wil len aanvaarden. De moeilijkheden komen zeer goed uit in de Tactische-Oefening van F. K. in het I. M. T. van Februari j. I. waarbij de omvattende vleugel ten slotte slechts door een afdeeling werd gesteund. Zeker hier was een omstandigheid, die de groepeering rechtvaardigde, n. 1. de aangenomen moeilijke positie van het oorspronkelijke Voor hoede-Regiment. Doch deze moeilijkheid zal geen regel zijn, doch wel de om standigheid, dat bij eenzelfde wegennet, en dezelfde inzet van Artillerie, men nooit den omvattenden aanval met een voldoende Art.-macht zal kunnen steunen. Zou men 2 Batterijen A. T.-Artillerie op de bovengenoemde wijze hebben kunnen inzetten tot steun van de voorhoede, dan zou men de beide afdn, Berg Art. in de omgeving van de Gg. Wana- parta in stelling hebben kunnen brengen met de opdracht: aDe ontwikkeling van de Hoofdmacht te dekken. b.) Den omvattenden aanval van de beide Regimenten Inf. te steunen. c.) De voorhoede op nader bevel te steunen. d.) Artillerie bestrijding op nader bevel. VUUROPENING op last van den Div.-Cmdt. De vuuropening wordt met het oog op verrassing in eigen handen gehouden. Ook met het oog hierop wordt de steun aan de voorhoede gegeven, alleen door den Div.-Cmdt bepaald. De Artillerie-bestrij- ding eischt zooveel krachten, die dus aan den directen steun aan de Infanterie moeten worden onttrokken, dat de Div.-Cmdt. wil bepalen, of tot die bestrijding al dan niet zal worden overgegaan. De afdeeling A. T. die zoo spoedig mogelijk in zijn geheel in stelling wordt gebracht, kan voorloopig als hoofdtaak krijgen, de voorhoede te steunen, (of hetRgt, Inf. indien het voorhoede verband zou zijn opgeheven). Hoe die afdeeling later gebruikt zou worden, hangt van de tactische omstandigheden af. In de reeds 919

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 25