zijn „berekening" de toelaatbare grens van (on) nauwkeurigheid overschrijdt, temeer waar zonder eenige moeite een meer juiste te geven is. II. Voorts nog een opmerking omtrent de trefkans. Op blz. 588 laatste alinea zegt S terecht, dat hij getracht heeft zooveel mogelijk de afwijkingen (van doel en M. T.) te houden binnen de afmetingen van den halven spreidingsbundel. Hoeveel spreiding bij aanneemt vermeldt hij slechts voor mitrailleurs; voor de schutters en K. m. rekent hij op „belangrijk meer" als voor mid delmatige schutters. Doordat S. zich met een gemiddelde correctie tevreden stelt maakt hij uit noodzaak soms belangrijke richtfouten bijv. op blz. 581 voor geweerschutters schietend op 100 M. (fig 2.) 45 °/00 22 °/nn 23 °/'no (volgens mij: 35 22 13 °/on) evenals op blz. 585 schietend volgens fig. 7 op 1000 M. en op blz. 582 fig. 3 op 500 M. fouten van ruim 20 °/no en meer (vergeleken met de door mij berekende noodige correctie). Indien S. bij het vuren met mitrailleur of K. m. het vliegtuig langs de lijn hulprichtpuntkorrel laat doorvliegen (blz. 584 en 586) zonder opnieuw te richten, legt dit tijdens het vuren een afstand van 40 °/n0 tot 65 0/00 af, wat veel meer is dan de halve (zelfs geheele) tophoek van den spreidingskegel. Ik meen hieruit te kunnen afleiden, dat het vliegtuig heel wat meer buiten de spreidingskegel zal komen dan S. wil doen voor komen en de juistheid van de trefkansberekening op blz. 587 te mogen betwijfelen. Ik haal in dit verband aan uit het „Orgaan der Vereeniging ter beoefening van de Krijgswetenschap" 1923 1924 IVe Aflevering (De Verdediging tegen luchtstrijdkrachten vanaf den grond, door A. J. Maas) blz. 322: „Uitgebreide proeven hebben uitgewezen, dat de spreiding van het mitrailleurvuur tegen luchtdoelen ongeveer 20 °/oo bedraagt, zoodat men tevreden kan zijn, indien de fouten op de richting, enz. niet grooter zijn dan de halve spreidingskegel van den bundel d. i. 10°/oo. Binnen de grens van 10 °'00 spreiding moet men dus trachten het probleem op te lossen", en voorts: „De doelcorrectie is afhankelijk van den koers, van den afstand en van de snelheid van het vliegtuig en bedraagt b. v. voor een doel, dat met een snelheid van 150 K. M. per uur en zuiver even wijdig voorbij vliegt, op de kleinere afstanden (200 500 M.) ongeveer 50 70 °/00 d. i. 3 tot 5 maal de waarde van den bun deltophoek, die 20 o/00 groot is. Het zal duidelijk zijn, dat deze correctie zoo volledig mogelijk in rekening moet worden gebracht, wil ons vuur niet alle juistheid missen." 934

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 40