9 u. 00 vliegen we boven het plaatsje Soembawa, een kwartier later is de Saleh-baai bereikt en in rechte lijn steken wij over. Als wij bijna aan de overzijde zijn, komt in de verte aan onze rechterhand een stip opdagen die spoedig tot een vliegtuig-silhouet groeit: de hoogvlieger heeft ons ingehaald. 10 u. 15 Met ons drieën boven Binra. 10 u. 30 Geland op het, een 20 K. M. naar het Zuiden aan de baai van Bima gelegen landingsterrein. Het veld is ruim, de grond stevig en toch niet te hard, maar er is bij den aanleg toch een eigenaardige fout gemaakt: men heeft een vasten pijl van beton uitgelegd, die blijkbaar de meest heerschende windrichting of wel de richting daaraan tegengesteld moet weergeven. Dat is natuurlijk heel aardig als de beteekenis van te voren bekend is, hoewel zelfs dan het nut. nog zeer problematiek genoemd mag worden, maar in ons geval zou het tot leelijke vergissingen aan leiding hebben kunnen geven, omdat wij nu eenmaal gewend zijn aan draaibare pijlen die de landings- (dus niet de wind-) richting aanwijzen. Natuurlijk ben je op zoo'n buitentocht dubbel voor zichtig en wij hebben aan het rimpelen van het water in de zout- plassen die om het landingsterrein liggen eenige indicatie gehad, maar ten slotte is het beste middel om de windrichting en sterkte aan te geven een flink rookend vuurtje. De tocht over en langs Soembawa heeft ons geleerd, dat er op tal van plaatsen, op de plateau-vormige verheffingen in het bin- land en ook wel op eenige punten langs de kust, waarschijnlijk zeer goede noodlandingsterreinen zijn aan te leggen. Zelfs nu, zonder eenige voorbereiding, zou de mogelijkheid niet uitgesloten zijn geweest, dat een eventueele gedwongen landing op het breede strand van sommige eilandjes goed verloopen was. 1 u. 00 In de sociëteit te Raba, de bovenstad van Bima, waar wij in gezelschap van de plaatselijke autoriteiten een koelen dronk genieten, komt het telefonische bericht binnen, dat een vliegtuig boven een der plaatsjes in het binnenland is gesignaleerd. De vierde man. Kort daarop landt hij en een uurtje later zitten wij voltallig aan tafel. Zondag 13 November. 7 u. 15 (Midden-Java tijd, die hier reeds aanmerkelijk begint te verschillen van den plaatselijken tijd). Met veel moeite eindelijk gestart. Het schijnt werkelijk dat de motoren zeer slecht aanslaan op autoline, overigens is er vrijwel geen verschil met vliegbenzine te merken. Het olie-probleem begint zwaar te wegen. Hier in Bima hebben we maar 5 blikken van één gallon kunnen krijgen. Voor- loopig zijn de olietanks nog tot aan den rand gevuld en we nemen de 5 blikken als reserve mee voor Larantoeka, maar ondertusschen wordt de geheele voorraad verbruikt en op den terugweg zouden we wel eens tot minder geschikte olie-soorten moeten overgaan. 942

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 48