Hoe verleidelijk de oplossing op het eerste gezicht ook lijkt,
ze kan er niet toe leiden, dat de gelegenheid om de tactische
eenheden van de veldinfanterie (de brigades, sectiën, compag-
niën en bataljons) vruchtdragend te oefenen, wordt verruimd.
Verbetering wordt zeer zeker verkregen als men den huidigen
toestand als basis van vergelijking neemt, maar ten slotte rijst
toch de vraagstaan de zeer aanzienlijke geldelijke offers aan
deze oplossing verbonden hierbij te denken aan de hierboven
gestelde volledige consequentie, dus geen vermindering van de
veldbataljons in juiste verhouding tot de te verwachten resul
taten en zou, als het geldelijk bezwaar eens niet behoefde te
gelden, het niet veel meer zijn te verkiezen om het aantal véld-
bataljons met 3 uit te breiden. Een versterking van de veld
infanterie, die automatisch ten gevolge heeft een betere opleiding,
over de geheele lijn, achten wij verre den voorkeur te verdienen
boven een vermeerdering van het aantal depotbataljons. Het is
o. i. een onjuiste toestand, dat 1/4 van de infanterie op Java
voor recrutenopleiding wordt gebezigd.
ad. Oplossing 3.
Van deze oplossing zou, van ons standpunt beschouwd, het
zelfde gezegd kunnen worden als van de tweede oplossing,
ware het niet dat er nog een zeer overwegend bezwaar bij komt.
De schrijver wenscht elk jaar een 3-tal recrutenbataljons te
vormen, die gedurende twee jaar worden opgeleid. Doch is er
wel aan gedacht, wat er van de overige infanterie moet terecht
komen Dagelijks verlaten er militairen den dienst, door ver
loven wordt voortdurend de sterkte beïnvloed en slechts eens
per jaar komt er aanvulling. Het verlaten van den dienst is
immers niet uitsluitend het gevolg van het afloopen van het dienst
verband en het tijdstip der verloven moet, willen deze hunne aan
trekkelijkheid ten volle behouden, toch ook door de betrok
kenen kunnen worden bepaald. We willen hier nog niet eens
spreken van den overgangstoestand, zoolang dus het tijdstip nog
niet is aangebroken, dat op één dag een aantal militairen overeen
komende met de sterkte van 3 bataljons dienstexpiratie heeft,
want in dien overgangstoestand, die uiteraard zeer lang zal duren,
zal de toestand bij de overige infanterie bepaald onhoudbaar
worden. Ook mogen we erop wijzen, dat aan de officieren en
het kader bij de recrutenbataljons buitengewoon hooge eischen
worden gesteld. Niet alleen moeten zij recruten kunnen opleiden,
doch ook nog moeten zij oordeelkundige wervingsagenten zijn.
Het gehalte moet dus wel superieur worden en dat het stellen
van dergelijke zware eischen ten nadeele moet komen van het
gehalte van de officieren en kader bij de overige infanterie is
een conclusie, die zeer voor de hand ligt.
En dan nog de vraag hoe lang blijven officieren en kader bij
die bataljons ingedeeld? Zij zullen wel geregeld dienen te wor-
898