den voet van een grappig bergje in den vorm van een zandtaartje. ;t Ziet er daar beneden anders warm uit! Het gebergte zit dicht onder de wolken; we volgen nog een tijd lang de Zuidkust, maar de Gili Moetoe blijkt onbereikbaar te zijn. Stevig klimmende koersen we over de wolken naar Maoemere, aan de Noordkust. Het terrein wordt hier vlakker en de droogte van de kuststrook doet vermoeden dat er nog wel ergens een geschikte plaats voor een vliegveld gevonden zal kunnen worden. Als er ooit iets komt van een regelmatig luchtverkeer over deze eilanden, is dat noodig ook op een veiligen luchtweg dient men ongeveer om de 100 K. M. een noodlandingsterrein te hebben. 12 u. 00. Larantoeka. Even verder zien wij het sterk hellende landingsterrein liggen; het heeft flinke afmetingen, maar blijkbaar is alleen het middenstuk bruikbaar, want de lichtere kleur van dit gedeelte steekt scherp af tegen het groen van de rest. Wij landen en worden ontvangen door den P. M. C., die in enkele dagen het veld in orde heeft weten te brengen en door eenige leden van de R. K. Missie met hun muziekcorps. De groene kleur van het vlieg veld wordt veroorzaakt door jonge palmpjes! Het vierde vliegtuig heeft ons weten in te halen; we zijn dus weer au grand complet. Maandag 14 November. 5 u. 50 Gestart van Larantoeka. We hebben hier weer vlieg- benzine gevonden, maar helaas geen olie B. De motoren doen het uitstekend, want de kleine storingen door nummer vier ondervon den, hoe tijdroovend en vervelend ook, beteekenen weinig. Alleen schijnt er een ziekte te heerschen onder de benzine-pompen, die de brandstof van de hoofdtanks naar den carburator moeten persen, we hebben nu al drie mankementen gehad, terwijl dat tegenwoordig op Andir vrijwel niet meer voorkomt. Via Adonara vliegen we in Oostelijke richting, steken straat Lamakara over, passeeren Lomblen, constateeren dat het eiland Pantar al zeer slecht in kaart gebracht is en gaan verder langs de Zuidkust van Alor. Bij Lomblen weigert mijn rechter benzine-pomp zijn verdere diensten. Heel erg is dat niet; de beide tanks, rechter en linker, staan met elkaar in verbinding, zoodat de linkerpomp voor beide kan werken maar als die nu ook eens uitscheidt? Gezien de besmettelijke pompziekte is dat niet geheel onmogelijk. En in dat geval rest me nog een kwartier a 20 minuten vliegen op de val- tank, in welken tijd ik net nergens een terrein kan bereiken. Een pleidooi voor noodlandingsterreinen om de 100 K. M.! We vliegen nu recht Oost, verlaten dus de kust van Adonara meer en meer en klimmen natuurlijk voor den veiligen oversteek. Op ruim 2000 M. hoogte wordt straat Ombai genomen en we bereiken om 944

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 50