dat het dus zaak is, voor alles rechtuit te vliegen. Enfin, het is
nogal gauw afgeloopen en ik zie de zon weer en voel eenige pakken
van mijn hart vallen. Maar het escadrille is zoek.
Na een paar minuten rondcirkelen komen de andere vliegtuigen
een voor een te voorschijn gekropen; wij kunnen den tocht voort
zetten. Naar den Gili Moetoe taal ik verder niet! We vliegen naar
het noorden om de wolken kwijt te raken en volgen dan de kust,
die geheel van nevel vrij is, maar tenslotte moeten wij toch weer
landwaarts in, om, volgens opdracht van den Commandant, het
binnenland nabij Roeteng te verkennen.
Wij steken het land Westwaarts over, worden voortdurend dooi
de tegen het gebergte opstijgende bewolking van onzen eigenlijken
koers afgedreven en komen om
11 u. 15 weer bij de Zuidkust aan. Wij zien den Floresweg, die
van Larantoeka over Endeh naar Roeteng leidt beneden ons in een
zigzag zich naar boven slingeren, maar wij zullen niet volgen: ook
Roeteng kan niet bezocht worden. Dan wordt verder de weg naar
de Zuidkust gehouden, wij passeéren Ramoet en het markante
Toreneiland, zien even later door de wolken plotseling het krater-
meer Wai Sano.
12 u. 05. Wij verlaten Flores, passeeren de eilanden Rintja en
Komodo en komen om
12 u. 30 boven de kust van Soembawa, vliegen dan recht
streeks op Bima aan rechts, wel op grooten afstand maar in de
heldere atmosfeer toch duidelijk zichtbaar, rijst het massale vul
kaan-eiland Sangean uit de zee op en om
1 u. 00 landen wij op het bekende terrein, waarbij weer de
rimpelende golfjes in de zoutpannen ons de windrichting doen
kennen, het rookend vuurtje heeft men in de agitatie van het moment
vergeten te ontsteken.
Donderdag 17 November.
5 u. 35 Voorspoedige start. De motoren krijgen nu eerst, voor
het aanslaan een „injectie" met echte vliegbenzine, waarvan we
per toestel een blikje meenemen. Al doende leert men! Mijn motor
verspreidt de welriekende parfum van rookende Castrololie, die als
uitstekend surrogaat dienst doet voor de geliefde olie B;
ik heb den inhoud van mijn tanks over de andere toestellen ver
deeld en het eigen vliegtuig geheel met Castrol R. bijgevuld, tot
wanhoop van den waarnemer die last van zijn maag heeft.
Ik krijg een briefje: „grondsnelheid blijkt 135 K. M. per uur te
zijn, als we zoo doorgaan komen we binnen twee uur te Ram-
bang." Deze profetie wordt bewaarheid, om
7 u. 30 landen wij te Rambang.
8 u. 35. Na het bijvullen van benzine gestart. Een uur later
buigen wij bij de baai van Kloengkoeng af van de rechte lijn om
947