t I van belang zouden kunnen zijn. Hij had dus alle gelegenheid om zich in zijn taak in te denken en kon in den vroegen morgen van den 5den, na ontvangst van het Divisiebevel No. I, (zie le oefening) spoedig zijn Voorhoedebevel uitgeven. Dit luidde als volgt: 4 R. I. No. 1. Karangbenda, 5-7-'275.30 v. m. 1 K. M. Troepenindeeling Voortroep. Inf. I. 1/3 M4. 1 stuk B. A. Hoofdtroep. (t. m.) Inf, II. 2/3 M4. 1/4 2 genietr. B. A. I. 1/4 2 genietr. 1/3 transp.afd. Hvplafd. Voorhoedebevel. 1. Luchtverkenning meldde eene vijande lijke colonne, uit alle wapens bestaande, te 11,-v. in. van den 4den Sept. stilstaande met het hoofd bij C. (16 K. M. ten O van B.). 2. De divisie moet heden B bereiken. 3. De cavalerie beveiligt den marsch. 4. De voorhoede volgt den grooten weg. Tusschen de batterijen afstanden van 300 M. waar brigades van Inf. VII marcheeren. 5. Het hoofd van den voortroep passeert te 6,30 v. m. den driesprong 260 (A2). Te rekenen op pantserauto's bij den vijand. 6. Keukenvoertuigen blijven te Karang benda, waar gekookt wordt; wachten nader bevelen. 7. Bagagetreinen blijven te Karang benda waar te 10 v. in. verzameld voor den afmarsch. 8. Ik marcheer tusschen spits en voor troep. P. kolonel. Schr. aan: cdtn onderdeelen voorhoede. Veel valt er omtrent dit bevel niet te zeggen. Er is een peloton M aan den cdt van Inf I toebedeeld om zijn vuurkracht te verster ken en een stuk van B. A. I. om althans eenigszins tegen pantser auto's te kunnen optreden, nu er niet beschikt wordt over infante- riegeschut. De verbindingssectie van het R. I. 4 marcheert tusschen voortroep en hoofdtroep. 950

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 56