Te 7 38 v m passeert den voorhoedecdt in Pelang- (Cl) een ordonnans-motorrijder van het Half-reg. cavalerie die hem, in op volging van het bepaalde in A. T. V. 19(2) het door hem over te brengen bericht laat lezen. Het luidt als volgt: 2de Half-reg. cav. Soember 1, 5-9-'26, 7, 35 v. m. Bericht No. 1. Mijn voorste patrouilles zijn te 7.20 v. m. bij Soekaredja 2 cfestooten op vijandelijke cavaleriepatrouilles, welke uitweken. Cdt 2 Half-reg. Na kennisneming van dit bericht laat hij onmiddellijk den cdt van Inf I bij zich komen en stelt dezen met den inhoud ervan m kennis. Hij draagt hem op het noodige te doen verrichten voor de uitzending van de sterke patrouilles bedoeld in A. T. V. pt. 4b(l). Omtrent dit punt het volgende: Het is duidelijK dat de bedoelde patrouilles in vele gevallen, als de marsch nog lang duurt, °nhej- roepelijk achter moeten raken. Wil men dus de beveiliging bedoeld in pt '46 behouden, dan moeten ze steeds tijdig kunnen worden afgelost, zoodat ze althans aan de staart van den hoofdtroep kun nen aansluiten. Deze patrouilles kunnen dus het best worden gegeven door den voortroep, daar de spits er te veel door zou verzwakken en de hoofdtroep reeds te veel achterwaarts staat. De marsch van de colonne wordt voortgezet terwijl_ de voor hoede cdt. ook de andere ondercommandanten van het ingekomen bericht op de hoogte brengt. Er zij aan herinnerd, dat de Divisiecdt met een deel van zijn personeel in de nabijheid is, doch deze onthoudt er zich van zici in de zaken van den voorhoedecdt te mengen. Ieder heeft zijn eigen werk. Te 7 45 v. m. wordt er een vliegtuig gesignaleerd, komende uit O-richting. De zichtbaarheid van den troep wordt zooveel mogelijk verminderd door opstelling in de schaduw of in het zijtenein, overeenkomstig het bepaalde in A. T. V. pt. 40. Als het vliegtuig een vijandelijk blijkt te zijn, wordt het verdreven door het vuur van de luchtdoelmitrailleurs welke zich bij hun sprongsgewijze voorwaartsgaan juist ter hoogte van de voorhoede bevonden. Ware dit niet het geval geweest, wat bij de geringe hoeveelheid van deze wapens gemakkelijk het geval had kunnen zijn, dan had er in den afweer moeten worden voorzien op de gebrekkige wijze bedoeld in A. T. V. pt 39(3). Deze gebeurtenis geeft wel eenig oponthoud, maar dat is toch van weinig beteekenis, daar iets dergelijks bij de oefeningen in samenwerking met vliegtuigen meermalen is beoefend en de troep er een groote mate van handigheid in heeft gekregen zich snel onzichtbaar te maken en daarna weer in de marschcolonne te 951

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 57