komen. Overigens zijn de afstanden in de colonne ruim genoeg om eenig tijdverlies te kunnen opvangen. Te 8,10 v. m. neemt de kolonel P. wederom kennis van een passeerend bericht van de zijde der cavalerie afgezonden. Dit bericht luidt: 2de Half-reg. cav. Sanggeh (D2) 5-9-'26, 8,-v. m. Bericht No. 2. Vijandelijke infanterieafdeelingen waargenomen in breed front deboucheerende uit W-randen van kampong Kliwonan (F2) te 7.30 v. m. Ik wijk uit naar het terrein ten Zuiden van den grooten weg; bevelen te zenden naar Sanggeh (D2). De compagnie wiel rijders bevindt zich op dit oogenblik in Soekoredja 2; is in gevecht, waarschijnlijk met cavalerie of wielrijders in Doewet 1. Mijn eigen patrouilles zijn in de lijn Tawang (E2) Tempel 1 (E3) voort durend in aanraking met de roode cavalerie, welke den indruk maakt zwakker te zijn, doch krachtig gesteund te worden door wielrijders. Te oordeelen naar het vuur bevindt zich in juist ge noemde kampong ook wat roode infanterie of wielrijders. Aan Div. Cdt. Cdt. 2de Half-reg. Na lezing van dit ook voor hem zoo belangrijke verzamelbericht laat de kolonel P onmiddellijk de cdn der onderdeelen van de voorhoede bij zich komen. Veel gemak wordt hierbij wederom ondervonden van de motors met zijspan welke tot de verbindings sectie van den staf van het regiment behooren. Hij deelt hen den inhoud van het bericht mede en geeft den cdt. van Inf. I bevel zijn bataljon te ontwikkelen en gevechtstreinmunitie te doen uitgeven. De overige onderdeelen van de voorhoede blijven voorloopig nog op den weg marcheeren. De reg. cdt. gaat nu bij den hoofdtroep marcheeren. Het marschtempo van Inf. I is belangrijk minder geworden zoo dat er bij de rest van de voorhoede wel eens halt moet worden gehouden om de afstanden te herkrijgen. Van die gelegenheden maken de commandanten gebruik om zich van den aard van het zijterrein op de hoogte te stellen. Te 8.30 v. m. ontvangt de voorhoedecdt, in Soember 1 (D2) zijnde, een bericht van cdt Inf. I dat zijn voorste patrouilles ter hoogte van den driesprong 181 in aanraking zijn gekomen met vijandelijke infanterie patrouilles. Hij zendt het bericht onmid dellijk door naar den Div. cdt, die zich in de nabijheid bevindt, n. 1. te Banjoeoerip (D2). Vervolgens stelt hij de cdn van de onderdeelen op de hoogte, met bevel aan de bataljons en M4 om den weg te verlaten en halt te houden in het complex Soember 1, met Inf. II en M4 Zuid van den weg en Inf. VII Noord van den 952

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 58