ad 11. Aangenomen is, dat bedoeld paardenpad breed genoeg is
voor de voertuigen en het terrein in de kampong er aan grenzende
ruimte biedt voor opstelling van die voertuigen.
Aanvankelijk brengt het inzetten van Inf. II en de steun van
de artillerie een wijziging ten goede in den gang van zaken bij
Inf. I. De kampongs Senden en Soegi worden genomen, maar de
pogingen om ook in Soeroewah en Sokaredja2 door te dringen,
lijden schipbreuk. Langzamerhand komt de vijand sterker opzetten
en gaat het moeizaam veroverde terrein weder verloren. Na eenigen
tijd heeft het gevecht zich verplaatst naar de kampongs rond drie
sprong 181.
Er zijn vele verliezen en niettegenstaande vele gewonden in
handen van rood vielen, heeft de transportafdeeling van de Hvplafd.
druk werk In overleg met den regimentsarts wordt bepaald dat er
een tweede hulpverbandplaats zal worden opgericht in Banjoeoerip4.
Daar het gevecht zich hoofdzakelijk in het bedekte terrein af
speelt en de waarnemingsmogelijkheden voor de artillerie gering
zijn, wordt er weinig profijt van den steun der artillerie onder
vonden. Daarentegen heeft de vijand blijkens de resultaten veel
voordeel van zijn infanteriegeschut.
Van de wielrijderscompagnie komt bericht binnen, dat de vijand
krachtig begint op te dringen in Banjoeoerip 1 (El) en Ngrabisan,
zoodat deze kampongs ontruimd moesten worden. De rechterge-
vechtsbeveiliging meldt dat roode infanterie doordringt in de kam
pong gelegen ten Z. V/. van Soegi.
Konden Inf. I en II zich aanvankelijk, zij het dan met moeite,
nog staande houden in de kampongs rond den driesprong 181,
thans komt bericht in, dat zij terug worden gedrongen en de
vijand vaste voet begint te krijgen in Soemberredja en Sokaredja 1.
Het wordt den kol. P. duidelijk dat hij met een groote over
macht te doen heeft en dat hij niet aan zijn opdracht kunnende
voldoen tevreden zal mogen zijn als hij zich meer achterwaarts
blijvend zal kunnen handhaven. Hij bedenkt dat, indien hij daarin
slaagt, het doel door den Divisiecdt nagestreefd toch nog wel kan
worden bereikt. Het liefst zou hij, om zich lucht te verschaffen,
een flink eind terug gaan, maar hij vreest daarmede de bewegingen
van de overige deelen der divisie in gevaar te zullen brengen. Hij
moet het terrein als het ware voet voor voet verdedigen, het gaat
om tijdwinst. Hij kiest als volgende opstelling de complexen
Banjoeoerip 2, 3 en 4, welke hij daartoe vluchtig heeft verkend.
Dit besloten hebbende zendt hij het volgende bericht aan den
Divisiecdt:
4 R. I. Soember 1 (D2), 5-9-'26, 9,30 v. m.
Bericht No
Herhaalde pogingen om de bevolen lijn te vermeesteren zijn
mislukt, heb zware verliezen geleden en wordt thans door sterke
956