Zoodra zijn besluit was genomen geeft hij desbetreffende bevelen aan de onderdeelen. De hulpverbandplaats en de gevechts- treinen waren reeds eerder teruggehaald en wel toen er gevaar begon te dreigen dat het terrein om hoogtepunt 181 in handen van den vijand zou moeten worden gelaten. Ook de batterij van 1 B. A., welke in bewakingsstelling stond, had reeds eerder bevel gekregen om terug te gaan naar" Wates 1 en daar wederom in bewakingsstelling te komen tegen de W.-randen van Soember 1. De beide andere batterijen, welke bij Banjoeoerip 2 en 3 stonden krijgen nu eveneens opdracht om van stelling te veranderen naar Wates 1, met mededeeling dat verdere bevelen zullen volgen. Inf. I krijgt nu opdracht zich los te maken en terug te gaan op den Oostrand van Badé (C2) en in reserve te komen. Inf. II om Banjoeoerip 2 en 3 te bezetten en verband te houden met de comp. wielrijders. Inf. VII om het W. deel van Banjoeoerip 4 te bezetten en een sterke gevechtsbeveiliging af te zonderen voor Ngeliangan. Comp. wielrijders blijft gevechtsbeveiliging op den linkerflank. De beide laatstgenoemde batterijen krijgen bevel om Inf. II te steunen. 1/3 M4 blijft ter beschikking van Inf. II; het 1/3, dat met Inf. I terugkomt, krijgt bevel om stelling te nemen in Banjoeoerip 2 Noord, ter afsluiting van de sawah ten Z. van Karangpakel Oost (Dl); het derde peloton, dat tot dusver in reserve was, komt ter beschikking van Inf. VII. De halve comp. genietroepen, welke te Soember 1 in reserve stond, is reeds naar Banjoeoerip gezonden met opdracht de wegen en overgangen in dit kampongcomplex te verbeteren en een hin dernis ter afsluiting van den weg gereed te maken. De verbindingssectie, welke voortdurend zwaar werk heeft gehad °m bij het heen en weer gaande karakter van het gevecht de tele fonische gemeenschappen in bedrijf te houden, krijgt nu bevel het noodige te verrichten voor de oprichting van een commandopost in de kleine kpg zuid van Diegang (C 1-2). De infanterie gevechtstreinen worden naar Wates 1 Zuid ge zonden; de aanvullingsplaats voor infanteriemunitie komt in W-rand Banjoeoerip 2. Deze bevelen die elk afzonderlijk zijn uitgegaan, worden ver zameld in een regimentsbevel. Hoewel hij nu een stap heeft gedaan in de door hem begeerde richting is de kol. P. alles behalve gerust. Hij weet te goed hoe moeilijk het is voor in gevecht zijnde troepen om zich los te maken. De vraag is dan ook of de voorste bataljons, en met name Inf. I, nog over voldoende krachten beschikt om de daartoe vereischte tegenstooten te doen (G. V. I. pt. 231). Bericht ter zake heeft hij niet gehad (G. V. I. pt. 124) hetgeen wel eenige hoop geeft. 958

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 64