Hierna gaan nog de volgende bevelen uit: Inf. il -j- 1/3 M4 naar de kleine kpg Zuid van Djlegong, ver dedigt deze tot het uiterste. Inf. I naar Z. O. hoek van kpg Wates 1, in reserve. Int VIII tegenstoot tegen Banjoeoerip 4. De opdracht aan M6 wordt uitgebreid tot „het bewaken van den linkerflank van Inf VII". 2/3 M4 achter hoogtepunt 256, flankeerend vuren voor de opstel ling van Inf II. 1/4 2 genietr. ter beschikking van cdt Inf. VII; de andere sectie verbetert paden en overgangen binnen de opstellingen. Verbindingssectie naar Pelang 2, richt reg. copost op, radio station oprichten, telefonische verbinding maken met de coposten der bataljons. Het L. W. S. der artillerie komt op de tegallan West van passer Klega. Eén hulpverbandplaats in het Zuidelijk deel van Pelang 1. Aanvullingsplaats voor infanteriemunitie te Wates 1 (Zuid Oost hoek). De infanteriegevechtstreinen ter beschikking van de onderdeelen. Reg. copost te Pelang 2. Na deze bevelen elk afzonderlijk te hebben doen uitgaan naar de cdn voor wie ze bestemd zijn, heeft de kol. P een oogenblik gelegenheid om zich weer eens op de hoogte te stellen van den gang van zaken. Het blijkt hem, dat Inf. II bezig is zijn opstelling te bezetten; de sterkte van dit bataljon is nog slechts 75 van de oorspronkelijke. Deelen van Inf. I komen nu ook langzamerhand ter bevolen plaatse en bij het reorganiseeren van de compagnieën blijkt het dat dit bataljon ongeveer 50 aan dooden, gewonden en vermissingen heeft. Terwijl kol. P. zich aldus op de hoogte stelt ontvangt hij bericht van den cdt van Inf VIII dat de tegenstoot succes heeft gehad en dat hij den vijand, onder afsluiting van Banjoeoerip 2, uit Banjoeoerip 3 heeft kunnen verdrijven. De vijand leed zware ver liezen zoodat hij zich na afloop van zijn taak gemakkelijk kon losmaken. Het bataljon keert thans terug. De reg. cdt zendt hem onmiddellijk het bevel tegemoet om Badé en het terrein van hoogtepunt 256 te bezetten en voor verdediging tot het uiterste in te richten. Hij krijgt de overtuiging dat voorloopig het ergste geleden is en dat hij wel gelegenheid zal hebben de nieuwe opstelling voor de verdediging tot hét uiterste te organisee- ren in den geest van A. T. V. en G. V. I. Te 11.45 zendt hij dan ook het volgende bericht aan den divisiecdt: „Tegenstoot in de strook Banjoeoerip had succes. Aanval rood voorloopig tot staan gekomen. Houd de reeds opgegeven lijn bezet en doe het terrein versterken". 961

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 67