7 DE INDISCHE DEFENSIE IN DEN VOLKSRAAD. door T. B. Aangezien de in de voorjaarszitting van dit jaar in den Volksraad aangevangen behandeling van de grondslagen voor de verdediging van Nederlandsch-Indië als onbeëindigd kon worden beschouwd, behoeft het zeker geen verwondering te wekken, dat in de najaarszitting deze aangelegenheid opnieuw de aandacht van dit College heeft gehad. Alvorens er toe over te gaan hieromtrent het een en ander op te merken, willen we nog even memoreeren, dat in de voorjaarszit ting reeds was gebleken, dat het van huis uit in de bedoeling der Regeering lag om niet met den Volksraad over genoemde grond slagen in debat te treden. Uit deferentie tegenover het Opperbestuur, dat de grondslagen had vastgesteld, zou Zij zich bepalen tot den rol van aandachtig en belangstellend toehoorder en overigens niet nalaten Hare bemiddeling te verleenen om de beschouwingen van den Volksraad ter kennis van het Opperbestuur te brengen. Hierdoor weinig bevredigd sprak de Volksraad door aanneming van de motie Kiès zich toen als volgt uit: „De Volksraad van oordeel, dat over de grondslagen voor de verdediging van het grondgebied van Ned.-Indië, zooals deze aan den Volksraad zijn medegedeeld, advies van het College behoort te worden gevraagd, alvorens tot de uitwerking ervan in concrete voorstellen wordt overgegaan, noodigt de Regeering uit, zich nader tot het Opperbestuur te wenden, opdat het evenbedoelde advies binnen bekwamen tijd, zoo eenigszins mogelijk in de a. s. najaarszitting, worde gevraagd." De Regeering zegde toe deze motie met den meesten spoed ter kennis van het Opperbestuur te brengen. Zooals te verwachten viel, verscheen in het Afdeelingsverslag betreffende het Algemeen gedeelte van de aanvullingsbegrooting 1928 de vraag of het overleg der Regeering met het Opperbestuur in zake een eventueele bespreking in den Volksraad van de z. g. „Grondslagen der Defensie" tot eenig resultaat had geleid, op welke vraag in de Memorie van Antwoord werd medegedeeld, dat het overleg der Regeering met het Opperbestuur inzake eene even tueele bespreking in den Volksraad van bedoelde grondslagen tot de slotsom had geleid, dat deze grondslagen, welke slechts het 963

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 69