968 8. POLITIEK OVERZICHT. De arbeiders-beweging. „Die Qeschichte aller bisherigen Gesellschaft ist die Qeschichte von Klassenkampfe". Zoo begint het „Kommunistische Manifest", dat door Marx en Engels in 1847 in opdracht van het te Londen gehouden congres van den Bond van Communisten werd opgesteld. Intusschen moet men zich niet door den naam van het manifest laten misleiden. Want het „Kommunistische Manifest", was een zuiver socialistisch geschrift. Toen name lijk in 1847 het manifest verscheen verstond men onder socialisme een bour- geois-beweging en onder communisme de arbeiders-beweging. Toch is de opvatting van den staat zooals deze aanvankelijk werd gedefinieerd door Marx en Engels identiek aan die van Lenin(alias Oulianof) in zijn werk „Staat und Revolution". De Staat is volgens de bolsjevisten een product van de gemeen schap, het machts-apparaat van de heerschende klasse ter beveiliging van haar eigen belangen. Het is een orgaan van klasseheerschappij, waarvan de eene klasse zich bedient om de andere te onderdrukken, Maar als er in het eind stadium van het communisme geen klassentegenstellingen meer bestaan, zal daarmede ook de Staat komen te verdwijnen. Zoolang echter dit stadium nog niet is bereikt, moet de Staat als machts organisatie in stand worden gehouden totdat de socialisatie van de productiemid delen haar beslag heeft gekregen en een nieuwe, maatschappelijke orde is ontstaan. Anarchisme en Bolsjevisme willen beiden het tegenwoordige Staatsbestel omver werpen door een proletarische revolutie. Maar terwijl het anarchisme na die revolutie de staat wil afschaffen, wil het bolsjevisme dan nog de staat voorloopig handhaven totdat de nieuw geschapen maatschappelijke orde haar beslag heeft gekregen. Deze „Halfstaat" dient dan alleen als overgangsvorm naar een staatlooze samenleving. In den halfstaat heerscht de dictatuur van het proletariaat, wier taak het is na de revolutie de nieuwe maatschappelijke orde te organiseeren. De Communisten verwijten de sociaal-democraten dat zij hun standpunt ten aanzien van de revolutie niet zuiver hebben bepaald. Het voor het socialisme zoo belangrijke „Erfurter Programm" zwijgt op het stuk van omverwerping door revolutie van de bestaande staatsvorm. Het socialisme voert den klassen strijd door het verwerven van politieke macht, tracht haar doel te bereiken met andere middelen dan revolutie. Maar volgens Marx en Engels kan men niets bereiken zonder gewelddadige revolutie. Zij meenden dat de dictatuur van het proletariaat nooit verworven zou kunnen worden door een evolution- nair proces, maar alleen door geweld. Daarom wilden zij de arbeidersklasse tot de revolutie opvoeden. De bolsjewiki zien dan ook in de sociaal-democratie niet anders dan een verwaterd MarxismeZij willen niets weten van democratie, van een bestuur door de meerderheid van een volk. Zij erkennen alleen een dictatuur van het proletariaat. Sociaal-democraten en communisten zijn twee loten van eenzelfden stam, het Marxisme. Maar tusschen beiden gaapt een niet te overbruggen kloof. De grootste verschilpunten tusschen beide groepen zijn de dictatuur en de democratie. De socialisten zijn in wezen „reformisten" zooals Lenin hen genoemd heeft. Zij willen door evolutie bereiken wat de Bolshewiki door revolutie trachten te verkrijgen. Kautsky wijst er in zijn „Terrorismus und Kommunismus" op, dat het Marxisme uitgaat van de bestaande economische verhoudingen en daarnaar zijn opbouwend werk reguleert Het bolsjevisme stoort zich echter aan geen economische verhoudingen, begint met de bestaande maatschappij omver te werpen en poogt dan op de puinhoopen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1927 | | pagina 74