Voor een groot deel wijt ik het aan de wijze, waarop dikwijls de besprekingen worden geleid, dat over het algemeen op tactisch gebied zooveel onzekerheid heerscht. Juist waar in de tactiek grondregels bestaan, tegen een ver keerde toepassing waarvan moet worden gewaakt, is het noodig, dat fouten in dien zin begaan ook als fouten worden bekend gesteld. En hiertegen wordt maar al te vaak gezondigd. De besprekingen van oefeningen hetzij in het terrein, hetzij op de kaart, zijn alleen dan nuttig, wanneer er leering uit wordt ge trokken. Maar dat zal slechts het geval zijn, wanneer „goed" wordt genoemd wat „goed" en „fout" wat „fout" is. Bovendien moet er vooral tegen worden gewaakt, dat de be spreking een tactische voordracht wordt. Hoe goed ook voorgedragen, kan zoo'n voordracht niet tot het gewenschte doel leiden, omdat instede van het bepaalde geval in beschouwing te nemen, te veel wordt gegeneraliseerd. Met algemeenheden komen we er niet, omdat het bijzonder ge val onder de oogen moet worden gezien, en dus ook de critiek zich tot dat geval moet weten te beperken. Vandaar, dat het A. V. O. zoo terecht zegt, dat de bespreking nimmer mag ontaarden in een tactisch debat. (A. V. O. p. 18). Bepaalt de leiding zich tot het aangeven van wat goed en wat fout is en waarom, dan wordt het geval (en in de tactiek is elk geval een bijzonder geval, zie hiervoren) goed belicht, en men trekt er leering uit wat slechts het doel van de bespreking moet zijn. A. Kan door een scherp gestelde afkeurende critiek het zelf vertrouwen van hem die de becritiseerde maatregelen heeft ge nomen niet worden geschokt? 1. Integendeel. Wanneer duidelijk wordt uiteengezet, waarom in strijd met de hoofdbeginselen is gehandeld, geeft dit den becri tiseerde maar ook den toehoorders het vereischte inzicht en inzicht sterkt het zelfvertrouwen. Het oordeel moet dan ook behoorlijk worden gemotiveerd; een bioote verklaring, dat men het met een maatregel niet eens is, is waardeloos. A. Maar het persoonlijk inzicht in den toestand is in de tactiek dikwijls oorzaak van de getroffen maatregelen en het schijnt mij moeilijk toe op grond van een andere opvatting een maatregel af te keuren. J. Juist! Gij moet ook wel degelijk verschil maken tusschen maatregelen, welke voortvloeien uit de voorstelling, welke men zich van een bepaalden tactischen toestand maakt en die, welke 98

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 18