En overheerschen de fouten; is het dan beter dit te verbloenten. Men kan een zeer goed mensch zijn en toch geen tacticus; maar ambieer dan ook geen hooger commando, waarmee het leger niet is gebaat. A. Wat de leiding betreft, wilde ik nog opmerken, dat voor de bespreking de gave van het woord hoofdzaak is en deze is slechts weinigen gegeven. 1. Ik ben het hiermede niet met U eens. Het komt er in de tactiek niet op aan hoe het wordt gezegd, doch wat er wordt gezegd. In een groot redenaarstalent kan voor den criticus op tactisch gebied een groot gevaar schuilen, omdat een mooi gesproken voor dracht, juist door het meesleepende, eerder pakt, minder door wat dan wel door de vloeiende wijze waarop het wordt gezegd. A. Een helder oordeel gaat dikwijls met groote zeggingskracht gepaard. 1. In dat geval zal de critiek van het begin tot het einde boeien en vruchten dragen. Het volgende is nog van zeer veel belang. Een oorzaak van onjuiste critiek ligt dikwijls in het feit, dat de criticus zich niet stelt op het standpunt van den bevelhebber; doch dat hij bij de bespreking en de beoordeeling van de maat regelen uitgaat van de resultaten of factoren, van invloed doet zijn, welke, toen de gewraakte maatregel werd genomen, den be velhebber niet bekend waren. Dat is natuurlijk ook absoluut fout. Men heeft zich geheel in te denken in den toestand, zooals die den bevelhebber bekend was, op het oogenblik, dat hij de maatregel nam. Doet men dit niet, dan begaat men een grove onbillijkheid, en bovendien komt men tot een onjuiste conclusie. Critiek op tactische handelingen moet zich daarom hoeden: le. voor algemeene beschouwingen 2e. voor het uitspreken van wijsheid achteraf! En nu ik toch al een weinig van het onderwerp ben afge dwaald door wat uitvoerig op de besprekingen bij de oefeningen in te gaan, wil ik nog op een, naar mijne meening, voornaam punt, dat op de leiding betrekking heeft, de aandacht vestigen. Bij ons nieuw oefenstelsel wordt niet meer gewerkt met twee partijen, doch maakt de leider van een gedeelte zijner troepen gebruik om de tegenpartij te markeeren. (A.V.O. p. 11). De be doeling is om door het gebruik van deze troepen het kenmer kende van een aangenomen tactischen toestand, in verband met de gesteldheid van het terrein goed te doen uitkomen. Ge kunt 104

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 24