a) een succesvol beëindigde tegenaanval van de regiments reserve; b) het tot den laatsten man vernietigd zijn van den verdediger; c) de terugtocht van den verdediger. Die tweede periode zal zich t.a.v. het 7/9e deel van den troepenmacht van den verdediger kenmerken door: 1. tegenstooten van de compagniesreserves, 2. tegenstooten van de bataljonsreserves, 3. een tegenaanval van de regimentsreserve; alzoo, voor wat 1 en 2 betreft, een reeks van partieele ge vechten, waarbij het „hard-tegen-hard" gaat en het blanke wapen (van weerszijden) meestal het hoogste woord heeft. Dit zal vooral in min- of meer bedekte terreinen het geval zijn. Meer nog dan de aanvaller heeft de verdediger (die dan n. 1. plaatselijk-stormaanvaller is geworden) behoefte aan zoo krachtig mogelijke stoot-afdeelingen (ontdaan van de K.m. franje). Dit is reeds vaak bij vredesoefeningen gebleken. De K.m. is dan een blok aan het been van den brigade-commandant. Maar ook bij de le periode is de voorgestelde organisatie van groot voordeel. De geachte schrijver zegt het trouwens zélf „Een gelijkmatige bezetting van de verschillende stelling- „gedeelten zal ook hier niet altijd gewenscht zijn, daar men ge deelten zal aantreffen, waar méér behoefte bestaat aan K.m.'s. „dan aan stootgroepen en omgekeerd". Ondergeteekende zou hieraan willen toevoegen „Met het oog op mogelijk onklaar worden van het wapen „(n. 1. de K.m.) en omdat tijdens het vuur de loop zoo sterk wordt „verhit, dat verwisseling noodzakelijk is, vertegenwoordigt een „afzonderlijk opgestelde geweermitrailleur géén vuurkracht, waar- „op ten allen tijde mag worden vertrouwd" (G. V. C. punt 4 (5) „bldz. 3). Wanneer dat vertrouwen er dus wèl moet zijn, zullen twee geweermitrailleurs tegelijk in het vuur moeten worden gebracht. Dit m. i. zeer juiste beginsel geldt reeds bij de Cavalerie en Wielrijders en gold vroeger ook bij de G. m.-sectiën der Veld- bataljons. Overigens zij herhaald, dat de opmerkingen van den Kapitein Kemmerling ons uit het hart gegrepen zijn. Mocht de nieuwe organisatie toch spoedig tot stand komen. 114

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 34