oorlogstijd aan de paardenartsen wordt opgedragen, met de mo dernste ervaringen en methoden te kunnen uitvoeren, is wonder baarlijk. Teekenend is ook, dat tot aan het begin van den oorlog aan het hoofd van den M. D. D. een troepen-officier stond. Deze enkele voorbeelden toonen voldoende aan dat de Dier- geneeskundige-organisatie ten eenenmale onvoldoende was. Gedurende den oorlog zijn hierin echter zeer groote verbeterin gen aangebracht. De bestrijding van besmettelijke ziekten. G edurende de eerste weken tijdens het snelle oprukken in het Westen geleek het wel of degenen, die beweerd hadden het zonder een veterinair-korps te kunnen stellen, gelijk zouden krijgen. Zieke, verwonde en kreupele paarden werden dikwijls door leeken, zonder in aanmerking te nemen of deze dieren nog kon den herstellen, doodgeschoten. Veel kapitaal ging daardoor ver loren. Reserve materiaal werd door requisitie verschaft. Besmettelijke ziekten kwamen evenals in vredestijd slechts sporadisch voor, n.l. Borstziekte en Goedaardige droes. Het doorvoeren van maatregelen tegen besmettelijke ziekten stootte bij de groote snelheid van beweging zooals spreekt op zeer groote moeilijkheden. De paardenartsen deden dikwijls dienst als gewoon frontsol daat. In vredestijd trad borstziekte zoo nu en dan wel op en stoorde de gewone dienstverrichtingen een weinig, maar groote paarden- verliezen werden hierbij nimmer opgemerkt. Kwade droes en schurft kwamen slechts sporadisch voor. Dit werd in October 1914 bij de opmarsch naar Rusland ech ter anders. Hierbij hadden de paarden gelegenheid in overvloed zich in de besmette stallen van de door de Russen verlaten stel lingen te besmetten. De zoo in vredestijd gevreesde borstziekte is in den oorlog slechts weinig op den voorgrond getreden. De vraag of de zoo uitstekende behandelingsmethode van deze ziekte met Neosal- versan tevens een hulpmiddel is tegen de uitbreiding der ziekte is nog niet opgelost, omdat men weet dat borstziekte in elke bewegelijke formatie dikwijls vanzelf ophoudt. Bekend was dat alle besmettelijke ziekten in vredestijd hun weg van Oost naar West genomen hadden en dat in vredestijd speciaal Kwade-Droes, Schurft en Hondsdolheid herhaaldelijk van uit Rusland naar Duitschland werden overgebracht en slechts door zeer strenge veterinaire politie maatregelen bestreden konden worden. 118

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 38