variables". Het is dus niet te veel gezegd, dat elk voor schrift, elk leerboek, dat, betreffende het optreden tegen verzets lieden, volledig en universeel wil zijn, een respectabelen omvang zal krijgen en dikke voorschriften worden niet of slecht gelezen. Quidquid praecipies, esto brevis, zeiden reeds de Ouden. Toen ons velddienstvoorschrift het dikterecord hield onder de regle menten en voorschriften, bleek het dusdanig onvolledig, dat b.v. in Atjeh een omvangrijke commandementsorder er aanvullingen op moest geven, die op zijn beurt weer becommentarieerd werd door troepencommandanten. (2) Punt 11 (2) V P. T. L. schrijft de bestudeering voor van den aard der bevolking, haar taal en godsdienst, de politieke toe standen, de familieverhoudingen der hoofden, den invloed van deze op de bevolking en teekent daarbij aan, dat veel gegevens o a. kunnen verzameld worden uit de krijgsgeschiedenis, mili taire memories en de politieke verslagen van het bestuur. De krijgsgeschiedenis van het tijdperk vóór de pacificatie is, groo- tendeels in verschillende werken vastgelegd, in de garnizoens bibliotheken voorhanden, maar over de volgende periode is zoo goed als niets te boek gesteld. De politieke verslagen zijn slechts op de gewestelijke kantoren te raadplegen. De archieven op de posten verkeeren, bijna zonder uitzondering, door klimaatsinvloeden en een veel voorkomende slordigheid, uit minachting voor papieren rompslomp voortspruitend, in een la- mentabelen toestand, waarbij nog komt, dat tijdens de actie ver schillende posten zijn verplaatst, opgeheven en later weer opge richt. Ook verwisselde de bezetting wel van korps en de archieven volgden de bewegingen, maar niet zonder haperen, zoodat hyaten ontstonden. Van de militaire memories is het model vastgesteld bij schr. D. v. O. Vil Generale Staf, dd. 10 November, 1910, No& 1098. In de toelichting heet het, dat die memories niet alleen de ge gevens moeten bevatten, welke noodig zijn om eventueele expe- ditiën naar eisch te kunnen voorbereiden en die, welke ons de factoren doen kennen, die van invloed kunnen zijn op den ganff der operatiën, maar dat daarin ook die onderwerpen worden behan deld, waarvan de wetenschap voor een expeditiecommandant nood zakelijk is voor het geval, dat na het breken van den hoofdweer stand, militair en civiel beleid tijdelijk in één hand worden ver- eenigd Het geheele schema omvat 27 punten, verdeeld in 7 hoofdstukken, waarvan alleen punt He een rechtaf militair karakter draagt; de overige zijn van politiek-economischen aard, zoodat het geen verwondering behoeft te baren, dat het model bij Bijbl. 6242 door het burgerlijk bestuur werd overgenomen. in den tijd der samenstelling kende men de actie uit de prac- tijk, maar bestond behoefte aan geografische en politiek-econo- 2I. M. T. 1903, biz. 831 e.v. en vooral 1. M. T. 1904, blz. 578 e.v. 131 ibid. p. 77.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 51