9. BESPREKING VAN PATROUILLE- EN GEVECHTSVERSLAGEN. door L. A. SNELL. Van patrouille- en gevechtsverslagen wordt gewoonlijk al heel weinig nuttig gebruik gemaakt. Zij komen achtereenvolgens bij de hieiaichieke chefs en verdwijnen dan in het een of ander archief om slechts sporadisch te worden te voorschijn gehaald, als raad- P eging ervan voor een of ander doel noodig is. Dit is zeer jammer want juist uit die verslagen is zeer veel leering te trekken. Zij vor men de krijgsgeschiedenis van ons leger en dienen te worden o-e- publiceerd en bestudeerd. Het is dan ook een goede gedachte van u V; §eweest om in het Januari-nummer van 1928 van dit tijdschrift een tweetal verslagen te doen opnemen, welke een be spreking overwaard zijn. Het publiceeren alleen van het verslag is niet voldoende. Wil men er alles uithalen wat tot leering kan strekken, dan moet het vakkundig worden besproken. Hierdoor komen de goede doch ook de verkeerde maatregelen aan het licht. Om deze reden is het aan ook beter om bij het publiceeren van dergelijke verslagen den naam van den commandant er buiten te laten. Toch moet men zich met door misplaatst sentiment laten weerhouden zijn kriigser- varmgen bekend te stellen. Het nut van de publicatie is voor het leger zoo groot, dat persoonlijke gevoelens op den achtergrond moeten worden gedrongen. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt; houde men deze onomstootelijke waarheid steeds voor cogen. Voor een behoorlijke bespreking van patrouille- en gevechts verslagen is het een vereischte, dat zij vergezeld zijn van een dui delijke schets, (zoo mogelijk op schaal) waaruit men een goed beeld van het terrein van actie moet kunnen krijgen. Men eische dus als troepen- of postcommandant na een plaats gehad hebbend gevecht van den patrouillecommandant steeds een goede schets ais bijlage van het verslag. Op verzoek van de redactie van het I. M. T. heb ik mij bereid verklaard de beide boven bedoelde verslagen in dit tijdschrift te bespreken. Ik stel echter voorop dat het geheel buiten mijn bedoe- hng ligt om de patrouillecommandanten, zij het ook voor het ge ringste, te kwetsen, als ik hier en daar een volgens mijne meetlint verkeerd genomen maatregel aanroer. Ik heb hier voornamelijk he°t 136

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 56