oog Op het verslag van den len Luitenant Harting, een jong offi cier, die pas kort in Atjeh geplaatst, op eigen verzoek naar het actieterrein werd gezonden om krijgservaring op te doen. Zijn gedragingen tijdens het gevecht zijn boven allen lof verheven en zelfs na zijn verwonding in een vorig gevecht is hij in het actie terrein gebleven. Ik stel er prijs op hier te verklaren, dat ik hem een flinke kerel vind. En nu ter zake. Het eerste gevechtsrapport geeft mij aanleiding tot de volgende opmerkingen: De patrouillecommandant had beter gedaan ook op het eerste beiicht niet uit te rukken (te 8.30 n. m. al waren de berichtge vers (en dit bleek ook later) betrouwbaar. De juiste plaats van de kwaadwilligen was niet bekend; alleen de op uur <mans van het bivak gelegen kg. Sawah was genoemd. Het was een stikdonkei e nacht, en bovendien regende het, een mooie gelegen heid voor een klewangaanval. Nachtelijke ondernemingen zijn niet aan te bevelen, 's Nachts ziet men mets. Succes is doorgaans uitgesloten. Integendeel, nach telijke handelingen tegen een energieken vijand (en energiek waren onze tegenstanders op Atjeh's Westkust in hooge mate) veroor zaken steeds zware verliezen onzerzijds (dikwijls door eigen vuur). Men. gebruike den nacht om zich ongemerkt te verplaatsen. De eigenlijke oorlogshandeling (overvalling, omsingeling) verrichte men bij het aanbreken van den dag, of bij daglicht. Mochten de vogels gevlogen zijn, dan ondervrage men de bevolking in welk- richting zij weggetrokken zijn, of zoeke in de omgeving naar spoien (zie het relaas van Kapitein Gosenson). Men schuwe den nacht echter niet steeds. Nachtelijke ondernemingen zijn geboden: le. Op een zeer belangrijk bericht (b. v. de aanwezigheid van een voornaam bendehoofd). 2e. Als de juiste plaats bekend is, 3e. Als men volkomen op de hoogte is van het terrein, 4e. Als de berichtgever volkomen betrouwbaar is (het is moeilijk om dit te beoordeelen), 5e. Als zij worden uitgevoerd door zeer goede troepen (hieraan voldeed de 5e brigade maréchaussee ongetwijfeld). Wat moest de bende in de onmiddellijke nabijheid van het bivak doenHad c.e patr. commandant niet kunnen vermoeden, dat zij iets tegen de patrouille in het schild voerde, vooral toen het 2e bericht tegen 12 uur 's nachts binnen kwam? Ik vernam dat het bivak een vast marschbivak is. Het is niet uitgesloten dat de brigade gedurende de patrouille meerdere malen c aar heeft gebivakkeerd. In elk geval kon worden verondersteld bivak V1J volkomen °P de hoogte was van de situatie van het 137

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 57