de tank zijn geheel afhankelijk van den vorm van den bodem. Schr. is van meening, dat een deel van de infanterie in de toekomst een plaats zal vinden op vechtwagens, dat een belangrijk deel van de artillerie van motoren on bruik zal maken, dat de luchtmacht en snel verplaatsbare mechanische eenheden een zeer belangrijk aandeel zullen nemen in de verkenningen, maar dat de rol der infanferie, van echte hoogstens verlichte infanterie, overheerschend zal olijven. Volledigheidshalve moge voorts melding worden gemaakt van een opstel ,,L instruction pour le combat dans les petites unités" welks titel aandacht trekt, doch welks inhoud n.h.v. althans voor ons, weinig waarde heeft Schr wenscht door teekemngen en uitbeeldingen den soldaat duidelijk te maken wat van hem geeischt moet worden om daarna tot de practische beoefening over te gaan. Overwaard om gelezen te worden zijn beschouwingen, getiteld, Faut-il avoir des uinites cyclistes? Quel doit être leur organisation waarin besproken wordt de waarde van wielrijders als steun van cavalerie, als snel verplaatsba re infanterie, ook in vergelijking met infanterie op auto's. Schr. constateert wielrijders kunnen zich gemakkelijk per dag over een afstand van 60-100 KM verplaatsen met een snelheid van 12 a 14 K.M per uur, zijnde gelijk of zelfs iets grooter dan die van troepen op auto's; een rijwiel-colonne is soepeler dan een auto-colonne en gauwer tot het gevecht bereed een rijwiel-colonne is te allen tijde onmiddellijk klaar om in den marsch te gaan, kan van alle soorten wegen gebruik maken, verplaatst zich geruischloos en kan slechte weggedeelten ook zonder bezwaar passeeren door zoo noodig het rijwiel te dragenrijwieltransport is goedkooper. Ten slotte beschouwt de schr. de volgende puntende wielrijder strijdt niet met het rijwiel op den rug voor het gevecht moet dit worden achtergelaten, in het gevecht is de wielrijder infanterist, de wielrijder is gebonden aan de wegen, de wielrijder kan niet den cavalerist vervangen voor wat verkenningen buiten de wegen urniS t. w0.rdt het een en ander gezegd over de organisatie, waaruit blijkt dat de schr. zich de wielrijders denkt als „infanterie, die zich op rijwielen verplaatst. Vooral het toekomst leger zal groote behoefte hebben aan wielrijders. Ten slotte wordt de studie „Le commandement des joetits unités au combat. 1 eut on commander le bataljon" beëindigd (zie I. M. T. ig-38 no 1) Thans wordt een aanval van een bataljon op 20 - 21 Augustus 1918 behandeld waarbij de schr. er nogmaals op wijst, dat hij in studie heeft genomen het commando van een bataljonscommandant, in het vuur, in het algemeene geval van een aanval met gesteund door vechtwagens. Schr. concludeert uit de door hem behandelde gevallen, dat het mogelijk is voor een b. c. om door per soonlijk ingrijpen het hoofd te bieden aan de vele onvoorziene gevallen die zich voordoen, voor zoover zulks doenlijk is met de middelen (vuur en be weging) waarover zijn eenheid organiek beschikt. De moeilijkheden komen als steun van artillerie onmisbaar is. Dikwijls toch wordt de steun niet verleend, omdat een regimentscommandant steun elders van meer belang acht of ook wel verloopt er te lange tijd tusschen het moment dat de steun ge vraagd wordt en het tijdstip waarop deze gegeven wordt en dat terwijl de hulp om zpo te zeggen onmiddellijk noodig is. Beter is de steun verzekerd indien het bataljon direct door een afdeeling artillerie gesteund kan worden e"enu° Is als het batalion over eigen vuurmonden kan beschikken. Schr. is voorts van meening, dat de verbinding binnen het bataljon steeds verzekerd kan zijn. Men moet er echter op rekenen, dat de verbinding niet werkt op het meest kritieke moment. De verbinding met den regimentscom mandant moet geschieden met behulp van een verbindingsdetachement van het regiment. Bulletin Beige des Sciences Militaires, Decembre 1927. De studies i"J ™.°Per?S?f info!?';6 ,b,elfe" en "L'effort beige au lac Tanganika pendant a guerre .1914 1918 (1. M. T. 1928 no 1) worden voortgezet. Generaal- Majoor Pierret schrijft over Motorisation de L'Artillerie en geeft naast elkaar 164

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 84