273 idee moest op den duur wijken voor het modernisme der nationale bewe ging en op 3 Maart 1924 werd de Khalief afgezet en had de scheiding tusschen kerk en staat plaats. Ook Afghanistan, Perzië en Egypte kwamen onderden invloed derTurksche renaissance. Overal ondergaat de Islam den invloed der nationale beweging, doordringt het modernisme stap voor stap het wezen van den Islam. De geschiedenis van Klein- en Midden-Azië leert, dat met het voortschrijden van het modernisme en het nationalisme de Islam veel van haar politieke en godsdienstige macht heeft moeten inboeten. De toekomst zal moeten leeren of zulks ook in Indië het geval zal zijn en of de Islam op den duur in staat zal zijn als bindmiddel te dienen tusschen de volksstammen van onzen archipel. Het nationalisme in Indië gelooft aan de mogelijkheid van een vrij Indo nesië, aan een „Indonesia Merdika". Tot dat „Indonesia rekenen de commu nisten ook het schiereiland Malakka en de Filippijnen en de vorming van „een eenheidsfront van alle Indonesiërs van ons Indië, Malakka en de Filippijnen om nog niet te spreken van de tallooze Oceanische eilanden en Madagascar is om daarom de „conditio sine qua non" van de verovering en handhaving van onze vrijheid" zegt Tan Malacca. Den breeden blik kan men den heeren communisten dus niet ontzeggen! Aan de Duitsche theorie dat menschen van eenzelfden taal, zeden, oorsprong enz. tot één natie behooren, voldoet het Indonesia Merdika van Tan Malacca niet, ook al Iaat men er Malakka, de Filippijnen, Madagascar en de oceanische eilanden buiten. De ethnographische verschillen tusschen ontwikkelde Mana- doneezen, Amboineezen, Baliërs, Javanen, Soendaneezen, Madoereezen, Maleiers, enz. en onbeschaafde Papoea's, Dajaks, Toradja's enz. zijn daarvoor te groot. Volgens de Fransche theorie is een natie een groep menschen met de zelfde aspiraties en dezelfde herinneringen aan het verleden. Van geen der hierboven genoemde stammen kan men nu reeds zeggen, dat zij dezelfde aspiraties met elkander gemeen hebben, noch dat zij dezelfde herinneringen hebben. Afdoende is gebleken dat de Iocaal-nationalistische stroomingen zoo als b. v. Boedi Oetomo, Pasoendan, de Sarikat Madoera, de Sarikat Ambon, de Persarikatan Minahassa enz. levensvatbaarheid bezitten. Of het streven van de P. P. P. N. I. om al die ideologisch uiteenloopende locaal-nationalistische stroomingen tot één groote nationalistische beweging ineen te doen smelten voor verwezenlijking vatbaar is, is iets wat de toekomst ons zal moeten leeren. Oswald Spengler noemt de eerste vluchtige groepen van menschen, die grootendeels nog een zoölogisch leven leiden, oervolkeren. Hiertoe rekende hij b. v. de Saksen, Zwaben, Franken, West-Gothen en Fongobarden. Pas veel later omstreeks 900 vormen zich de Duitschers, Franschen, Spanjaarden en Italianen. Tal van stammen in onzen archipel behooren tot de oervolkeren en men treft in Insulinde alle overgangsvormen aan van oervolken tot cultuurvolkeren. Maar een eenheid vormen zij niet en van een" Indonesia Merdika zal in de naaste toekomst dan ook waarschijnlijk geen sprake kunnen zijn. Bestaan er voldoende economische, staatkundige en psychische krachten om de sterk in aanleg en beschaving uiteenloopende bevolking van Insulinde tot één natie te vereenigen? Of zullen er uit de heterogene bevolkingsgroepen in de toekomst verschillende staten en staatjes ontstaan, zooals vóór de komst van de V. O. C. in deze gewesten het geval was? Het begrip van de saam- hoorigheid van de volkeren van Insulinde heeft vóór de komst der Nederlanders nooit bestaan. Het is de Nederlandsche Heerschappij die de volkeren bijeen heeft gebracht en een zeker saamhoorigheidsbegrip heeft doen ontstaan. Want zonder het verband, dat door het Nederlandsch Bestuur tusschen de zoo sterk uiteenloopende volkeren van Insulinde werd gelegd, zou de Indonesia Merdika idee nooit kunnen zijn geboren, nooit door Sovjet- Tan Malacca. Massa-actie in Indonesia, 1926 p. 161.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 107