Later zal ik nog wel gelegenheid krijgen om hierop terug te
komen.
Thans de opdracht!
De opdracht moet den bevelhebber „het houvast geven" voor
zijn handelingen.
Het eerste wat hij bij ontvangst heeft te doen is zich af te
vragen, wat van hem wordt verlangd. Is de opdracht duidelijk
gesteld, dan zal dit ook geen moeilijkheden geven. De richting
van handelen wordt door de opdracht bepaald en de bevelhebber
heeft zorg te dragen, dat hij die richting niet uit het oog verliesr.
Somwijlen kan zelfs een object zijn aangewezen.
Duidelijk moet hij er zich van bewust zijn, dat, wat er ook moge
gebeuren, de uitvoering, het volbrengen van de opdracht, het doel
van zijn handelingen moet zijn. Is het doel vastgesteld, dan houdt
ook al het vage op. De opdracht moet worden uitgevoerd, "en niet
anders.
A. Dat is zeker heel eenvoudig. Doch bij de uitvoering komen
er moeilijkheden.
I. Dat er moeilijkheden komen, zal ik volstrekt niet ontkennen,
doch deze zijn er om overwonnen te worden:
Zooals ik tevoren al heb opgemerkt, we kunnen hierover geen
algemeene beschouwingen leveren; maar het zou noodig zijn een
bepaald geval te analyseeren.
En doen we dat, dan zult ge zien, dat wanneer het doel van de
opdracht maar goed voor oogen wordt gehouden, wanneer dus ten
allen tijde duidelijk is, wat moet worden bereikt, dat vele moeilijk
heden meer schijn dan wezen zijn en dat wanneer de bevelhebber
over de noodige kennis beschikt en het hem niet aan de noodige
karaktereigenschappen ontbreekt, hij de zich zelf gestelde taak,
welke aan de opdracht is ontleend, op zijn minst op redelijke wijze
zal uitvoeren.
Savoir ce qu'on est.
Savoir ce qu'on veut.
Ce qu'on veut le vouloir avec énergie.
Ce qu'on veut, le realiser malgré l'ennemi.
(Tactique d'infanterie Ct. Barrand).
A. Dit zou ik kunnen beamen, wanneer bij de uitvoering van
de opdracht alleen de bevelhebber in het spel was; doch hoeveel
verschillende factoren zijn niet van invloed op den uitslag.
Behalve de toestand, geoefendheid, onderaanvoering van het
eigen leger spreekt de vijand ook een woordje mee.
I. De bevelhebber is voor mij alles.
184
