4. HET NACHTVLIEGEN IN DE PRACTIJK. door C. C. K. Aan de vliegeniers-opleiding hier te lande is den laatsten tijd een nieuw element toegevoegd: het nachtvliegen. Men stelle zich echter niet voor, dat de oefening in het vliegen bij duisternis zou vallen binnen het tijdperk dat aan de vliegschool wordt doorgebracht! Het is waar, dat de eigenlijke leer-periode beëindigd wordt met het verkrijgen van het Groot Militair Brevet (G. M. B.), maar er is voor den jongen vliegenier ook na het pas- seeren van dit gewichtige punt in zijn carrière, nog zooveel te doen, de opleiding tot oorlogsvliegenier biedt nog zoo talloos vele moei lijkheden, dat men er reeds toe is overgegaan om de gebrevetteer- den na hun eerste vliegschooljaar een tweede jaar in opleiding te houden, en wel bij een „school-escadrille" te Andir, voor en al eer zij in aanmerking kunnen komen voor de (niet-officiëele) betite ling: volwaardig vliegenier. En eerst daarna kan deelgenomen wor den aan die laatste interessante nieuwigheid: het nachtvliegen. Of dit dan zoo buitengewoon moeilijk is? Ja en neen, al naar gij het neemt. Moeilijk blijft het vliegen bij nacht altijd en het buitengewoon moeilijke tintje kunnen de omstandigheden er aan verleenen; in ieder geval is het zeer noodig, dat de bestuurder de aangeleerde juiste bewegingen zoodanig heeft verwerkt tot auto matische handelingen, dat hij ook in noodgevallen instinctief vlieg- fouten weet te vermijden. Wat mij persoonlijk betreft ik moet bekennen een verkeerde opvatting gehad te hebben van het nachtelijk vliegen. Reeds einde 1925 hadden een tweetal bestuurders bij een ver lichting, die in de practijk bleek ondeugdelijk te zijn, een vlucht verricht. Zij stegen bij vrij helder maanlicht op en waren over de zichtbaarheid van terrein en omgeving goed te spreken, het vliegen zelf leverde geen bijzondere moeilijkheden op maai de eerste vlucht werd besloten door een zeer zware landing en het tweede vliegtuig zagen wij, toeschouwers, door het felle schijnsel der zoeklichten plotseling neerstorten en, hel ver licht, statig capoteeren. Het is geen wonder, dat ik en met mij de meeste andere vliege niers de landing als het zwaarste punt gingen beschouwen en veronderstelden dat het met de eigenlijke vlucht wel zou losloopen. Toen dan ook de nieuwe lichten waren aangekomen, de insructeurs 194

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 28