Men moet niet op één bepaald punt in het ter rein blijven staan en daar urenlange (natuurlijk- weldra zuiver theoretisch wordende) besprekingen houden; dat kan men thuis ook en daarvoor be hoeft men het terrein niet in te gaan. Het geheel moet in zekeren zin het karakter dragen van een onderwijsoefening met practische I. M. T. 1927 beoefening van de bevelstechniek (zooveel moge- blz. 146. lijk overeenkomstig de werkelijkheid) en van de terreinleer, m. d. v. evenwel dat het stellen van (zeer korte en zakelijke) vragen aan de deelnemers en het houden van korte besprekingen (uiteen zettingen) door dezen in 't bijzonder naar voren treedt, zoowel om het inzicht in den oogenblik- kelijken toestand te scherpen als om de belang stelling te wekken en gaande te houden, waarbij uiteraard tevens een indruk wordt verkregen van de parate kennis van tactiek en terreinleer, terwijl 1. M. T. 1927 de voorbereiding moet geschieden en de onder- blz. 147; 149; stelling moet worden opgemaakt zooals bij eene 150; 153. A. V. O.-oefening (derhalve eene voorafgaande A, V. O. 5; 4; degelijke intensieve verkenning door den leider; 14; 15 liefst een terrein onbekend aan het meerendeel der 13. deelnemers; c. q. voorafgaande bestudeering van V.O.I. 15, 16,18. de op het onderwerp der oefening betrekking heb- A. T. V. biz. X4. bende reglementen en tactiekboeken, hierbij de bevelstechniek niet te vergeten; eenvoudige, ge makkelijk te begrijpen opzet voor de beknopte en volledige onderstelling; deze tijdig bekend maken, enz.). Bij de keuze van het oefeningsterrein moet men zich niet uitsluitend door tactische overwegingen laten leiden. Men mag zich daarbij ook wel laten beïnvloeden door landschapsschoonheid of histo rische beteekenis; en er rekening mede houden dat zoo'n tocht door het terrein voor de deelne mers een aangename afwisseling met den troepen- dienst moet zijn. Uiteraard mag zulks niet het voornaamste doel worden. Ook moet men eenigs- zins rekening houden met de weers- en bodem gesteldheid. Bij een onaangenamen regen of een onaangenamen bodem worden de gedachten af geleid door het idee wanneer toch wel het eind er zal zijn. Gewoonlijk gaat men dan in een huis zitten of op een betere plek om daar op de kaart verder den toestand te bespreken en dat kan men net zoo goed en aangenamer in het kampement doen. In zoo'n geval stelt men de oefenin^ uit. 168

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 2