het grootste gedeelte is geschied en de geregelde training te Andir een aanvang kan nemen. Volgens het bij de L. A. geldende systeem worden er ook voor deze opleiding geen uitzonderingen gemaakt, behalve natuurlijk voor hen, die nog geen twee-jarige vliegpractijk hebben en voor de physiek minder geschikten, dat zijn zij die bij de voorloopige keuring een onvoldoende gezichtssterkte voor nachtelijk zien bleken te bezitten. Over de gebezigde verlichting kan in het kort nog het volgende gezegd worden: De bij de proefneming in 1925 gebruikte zuurstof acetyleen zoeklichtinstallatie bleek in het geheel niet te voldoen. De vijf nog aanwezige lichten zullen echter mogelijk in oorlogstijd wel diensten kunnen bewijzen voor het landen op noodlandingsterreinen, daar het een groot verschil maakt of een éérste landing met deze te eenvoudige middelen verricht wordt, of dat men als in het nacht- vliegen geoefend bestuurder tegenover het vraagstuk komt te staan. In 1926 werd een bestelling geplaatst bij de Fransche Firma Barbier, Benard et Turenne, voor 3 landingslichten en andere moderne accessoires, als hindernis- en begrenzingslichten; tevens werden 3 complete installaties voor de verlichting van het instru mentenbord en de vleugels aangeschaft van het type dat ook voor een der Breguet-toestellen bij het Fransche leger in gebruik is. De „projecteurs dioptrigu.es d'atterissage", die in '27, compleet met benzine-motor en dynamo op een auto-aanhangwagen gele verd werden, mogen niet verward worden met de oude zoeklichten. De lens die het voorste gedeelte van de overigens metalen lantaarn vormt, verzamelt het licht vrijwel in een horizontalen bundel, die een tophoek van 180° heeft, waardoor verblinding van den bestuurder bij de nadering voor de landing uitgesloten is. De belichtings-straal van de 4 K. W. lamp reikt tot 300 M* bij de oefenlandingen te Kalidjati zijn de drie lampen, in één lijn aan de langszijde van het terrein opgesteld, met een tusschenruimte van 100 M. naast elkaar geplaatst, zoodat men over een goed verlichte strook van ongeveer 500 bij 150 M. heeft te beschikken. Deze verlichting is niet overdadig te noemen, zéker niet voor zwaar beladen verkeersvliegtuigen maar voor de soepeler mili taire toestellen, waarbij de zooveel gunstiger verhouding tusschen motorkracht en gewicht ruimte laat voor manoeuvres ook dicht bij den grond, zullen de voortgezette oefeningen in de toekomst toch onder moeilijker omstandigheden plaats moeten vinden: in oorlogs tijd kan men zich de luxe van goed-verlichte landingsterreinen niet permitteeren! De militaire voorbereiding zal oefening eischen in het landen bil een enkele lamp, bij het licht van „parachute-flares" of van de vleugellampen. 4 96

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 30