6 NAAR AANLEIDING VAN: „DE LESSEN DER ERVARING'' VAN CAMURS, VOORKOMENDE IN HET FEBRUARI NUMMER VAN HET I. M. T. 1928. door L. A. SNELL. (met 2 schetsen) Het zijn de 7 laatste regels op blz. 129 en de 32 eerste regels op blz. 130 van het hierboven vermelde I. M. T.-nummer, die mij naar de pen hebben doen grijpen. Schrijver zegt n. 1.: „Bij de patr. actie zijn terrein-gesteldheid, bewapening en aard der bevolking, duur van den voorafgaanden oorlog dusdanig in grijpende factoren, dat methoden, die in de eene landstreek afdoen de werken, in een andere tot geen resultaat, ja tot ïampen kunnen leiden". Ik o-a hiermede accoord voor zoo ver het buiten Atjeh geldende methoden betreft, welke in Atjeh worden toegepast. Omgekeerd is dat niet het geval. De methoden op Atjeh, als door mij in mijn critische beschouwingen ontvouwd geleien overal in onzen archipel. Hier en daar kan er wat af, dan wel de wenken wat minder streng worden opgevolgd (afhangende van de geaardheid en strijdwijze der bevolking), maar past men ze „waar ook" toe, dan garandeer ik het uitblijven van „koopjes", onder beding natuurlijk dat men over goed getrainde troepen beschikt. Maar probeer eens in Atjeh bijvoorbeeld steeds zonder pagger te bivakkeeren, zooals het buiten Atjeh over het algemeen de gewoonte is. Gij kunt dan zeker vroeg of'laat op een overval rekenen, zelfs in het rustigste gedeelte van Atjeh. Toon hier eens de bevolking een steeds slordig marcheerende troep, of wel bezig steeds een lossen spits op eenigen afstand voor de patrouille uit, tien tegen een, dat vroeg of laat een kle- wangaanval op de patrouille of spits uw deel zal zijn. Elke kam pong, elk landschap in Atjeh telt een aantal ontevredenen, d;e op een gunstige gelegenheid wachten om zich op den gehaten kafir te werpen. Daarom moet men hier voortdurend de grootste behoed zaamheid, de grootste waakzaamheid betrachten. Men mag hier nimmer denken: ,,F.r zijn hier toch geen kwaadwilligen, dus kan mij niets overkomen". Zoodra men dit gaat doen en de noodige veiligheidsmaatregelen achterwege laat is het gevaar het grootst. O OA1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 35