Alles wat den vijand betreft, alsmede de ensce- neering en de samenwerking met de eigen partij, gaat van den leider uit. De weersgesteldheid en het terrein moet men nemen zooals die op den oefeningsdag zijn. Het houden van nachtelijke kaderoefeningen is uitgesloten; wil men het optreden bij nacht bij wijze van kaderoefening behandelen, dan zal men zulks overdag moeten doen, zoo goed en zoo kwaad als het gaat. Eenigszins kan men aan de moeilijkheden tegemoet komen door ter plaatse het verschil te laten zien tusschen optreden, eene opstelling bij dag en hetzelfde bij nacht en tevens door de kaderoefening te houden bij onder gaande zon; eene kaderoefening in de late namid daguren is trouwens ook uit een ander oogpunt wel eens aan te bevelen; men zal daarbij de er varing opdoen dat vele terreinen er dan verrassend anders uitzien dan in de morgenuren, waarop als regel de troepen- en kaderoefeningen worden ge houden. Als uitgangspunt kiest men meestal een punt met ruim uitzicht op het terrein en goed overzicht over de (onderstelde) troepenopstelling; een enkele maal kan men bedekt en onoverzichtelijk terrein kiezen om met een practisch voorbeeld de moeilijkheden van de aanvoering duidelijk voor oogen te voeren; maar meestal kiest men een ter rein met goed overzicht, want ook dan komen uit het terrein genoegzaam moeilijkheden voort. Allereerst is oriënteering op het uitgangspunt noodig, zoowel wat betreft de terreins- als de tactische gesteldheid. Voor de oriënteering in het terrein stelt men en dit geldt als algemeene regel het punt waar A.T.V.bijlage VI. men staat op de kaart vast, geeft vervolgens de hemelrichtingen aan en begint dan de markante punten aan te geven, zoowel in het terrein als op de kaart, uitgaande van rechts naar links, dan wel van een bijzonder markant punt. Ieder moet zichzelf oriënteeren, men moet elkan der daarbij niet helpen, tijdens het oriënteeren moet stilte heerschen; de ervaring leert dat het zeer moeilijk is om niet hoorbaar te oriënteeren. Op de opvolgende oriënteeringspunten wordt een der deelnemers aangewezen om zijn resultaat bekend te maken, waartoe hem de noodzakelijke tijd moet worden gelaten. Die tijd moet gedurende 169

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 3