neergelegd terwijl een andere daar in de buurt zijnde Atjeher vooi UU nnhed kon stichten met de klewang onschadelijk werd gemaakt. V ,deï io?r«kSe werd een tweede schuilplaats ontdekt even- als de vorige bestaande uit een gat in den grond. Twee Atjeheis werden daar neergelegd en een revolver echter nog een geweer zijn, want in de eerste schuilplaats was ee beaB7h«verte" Sroeken vond men een derde schuilplaats evenals de beide andere, waar wederom twee Atjehers sneuvelden en een revolver werd gevonden. Nog was het geweer met ontdekt dus men -ing weer verder, tot plotseling een geweerschot klonk en mem op& de vierde en laatste schuilplaats stootte. Het waseengat van ongeveer 4 M. diep. Na sommatie werden eemge salvo s af^e Toen niets meer werd gehoord, werd in de schuilplaats doorgedrongen en werden 3 gesneuvelde Atjehers gevonden en een Sr gewone! die spoedig&daarop overleed, benevens een kara bijn, een beaumontgeweer, blanke wapenen, zegels en munitie. Verdere doorzoeking leverde niets meer op, het resultaat was, dat alle" bendeleden, in totaal 10 man, waaronder de gezocnte beruchte Tgk. Tjhin Koebat, gesneuveld waren. Niemand was ontkomen. Zooals uit de schets blijkt is een deel der aMpitingstroepen dicht bii de kgs. geplaatst. Het gedeelte aan den O. en Z. O. ranc van Tiró Keudè zit als het ware in den kg. rand. Dit is naai mijn meening verkeerd. Hoe dichter bij de kampong, hoe eerder de troe- SS dmr dc kg. bevolking en dus ook door de bende wordt opgemerkt. Dat de bende niet uit de kg. is gevlucht dan 7 commandant m. i. aan het feit dat zij haar schuilplaatsen m de kampong had, en zich hier veilig voelde. 210

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 44