het verloop van de kaderoefening meer en meer
worden verkort, om op deze wijze de deelnemers
meer en meer te noodzaken, vlug in het terrein hun
plaats te leeren bepalen.
Daarna geeft de leider zijn conclusie en hier
reeds blijkt de noodzakelijkheid dat hijzelf het
terrein tevoren degelijk en intensief heeft verkend,
zich op die punten goed heeft georiënteerd, zoodat
hij zijne taak volkomen meester is; dan kan hij
zelfbewust, dus met gezag en zekerheid fouten
vaststellen (ook al staat hij tegenover eene groote
meerderheid van andersdenkenden) c. q. voor het
alsnog juist bepalen aanduidingen geven. Dan
ontstaat niet uit het oriënteeren het eindeloos en
onvruchtbaar debat, waarbij men ten slotte nog
geen absolute zekerheid heeft. Dan kan de leidei
met volkomen zekerheid den twijfelaars opdragen
zichzelven dadelijk of te gelegener tijd te
overtuigen.
I. M. T. 1926 De bekwaamheid om in het terrein zich te kun-
blz. 428492. nen oriënteeren heeft niet alleen beteekenis voor
hooge bevelhebbers en stafofficieren, maar ook
voor de lagere aanvoerders en wint meer en meer
aan beteekenis als gevolg van de moderne tactiek
(aanduiden richting, marschdoelen, marschstroo-
ken, aanvalsstrooken, aanvalsobjecten, gebruik
kompas). Door de uitrusting met een modernen
kijker is de lagere aanvoerder dikwijls in de gele
genheid, reeds op groote afstanden troepenbewe
gingen te zien, die echter door nevel, regen, rook
of terreinplooien tijdelijk weder aan waarneming
kunnen worden onttrokken. Slechts wanneer hei-
gelukt, snel de plaats vast te stellen in verband
met op de kaart voorkomende punten, zal het mo
gelijk zijn de artillerie de noodige gegevens voor
de bestrijding te verstrekken.
Bij het gaan van het eene besprekingspunt
naar het andere verdient het aanbeveling den
deelnemers gelegenheid te geven om zelfstandig
den juisten weg, de goede richting, te vinden, b. v.
om langs verschillende wegen, richtingen op het
(een) (volgend) verzamelpunt te komen. In be
ginsel doet de leider steeds door een der deel
nemers (afwisselend) op korten afstand vooraf
gaande, den weg van het eene tot het andere
besprekingspunt wijzen; de omstandigheid dal
aller blikken er op zijn gevestigd of hij het wel
goed doet is een bijzondere aansporing voor hem
170