.f Ook bij de voorgestane organisatie der K. M.-brigade zal de taktische leiding der K. M.'s in het gevecht in hoofdzaak op de schouders der res. brigadecommandanten worden gelegd, evenals bij den bestaanden toestand. g. De K. M.-brigade bezit geen enkele K.-dragende speciaal voor hare verdediging, dekking enz. Het onbeschermd vooruitgaan 150 M. door de K.M.'s is daarom niet wel doenlijk. h. De commandovoering is daarbij belangrijk verzwakt, ter wijl de eigenlijke bediening geen waarborg voor de voort durende bediening geeft. Betreffende de manoeuvre wordt aangevoerd a. Op den afstand van 200 a 300 M van den vijand is geen manoeuvre in het sectieverband meer mogelijk, noch met de bestaande noch met de voorgestane organisatie. Alleen de brigadecommandanten zullen nog eenigszins met hun K.-groep kunnen werken. Aan deze manoeuvre wordt dan ook geen waarde gehecht. b. De manoeuvre uit de diepte in het sectieverband heeft plaats, doordat elke brigade zich zelfstandig, al naargelang van het terrein en de omstandigheden, naar voren werkt. De ma noeuvre voor omvatting, flankaanvallen enz. kan niet meer door afdeelingen der sectie in voorste linie geschieden. Samengevat komen de nadeelen op het volgende neer: a. De nieuwe organisatie is niet soepeler, zij is integendeel stroever door het ontbreken van organieke bevelsverhou dingen. b. Tegenover verzetslieden is zij onjuist. c. De opleiding wordt niet beter dan zij nu is. d. De samenwerking is niet verzekerd. e. Een meer economische groepeering dan thans is niet mogelijk. f. de stootkracht in de sectie is niet grooter. g. de technische samenstelling der K M.-brigade is onjuist. h. de vuurleiding de vuurgroepen wordt niet verbeterd. i. de manoeuvre in sectieverband is uitgesloten. j. de taak der ondercommandanten wordt er niet door verlicht. Waar ik zelf het nieuwe principe volkomen juist acht, doch niet mee kan gaan met de volgens dat beginsel gegeven samen stelling der sectie, vermeen ik thans een uiteenzetting te moeten geven van de oplossing die ik mij denk en waarbij ik de sectie uit hare elementen hoop te bouwen om daarna te komen tot een vanzelfsprekende samenstelling der sectie. Daarbij zal ik dan gelegenheid hebben verschillende vraag stukken hiervoren "opgesomd te bespreken, waardoor dus een volledig beeld zal gegeven kunnen worden van de stroomingen welke bij dit regiment omtrent deze materie bestaat. 226

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1928 | | pagina 60