de korte afstanden, het geheel nog door 1 commandant kan
worden beheerscht en aangevoerd.
Algemeen kan men aannemen, dat dit nog het geval zal zijn,
wanneer zij uit niet meer dan 2 groepjes bestaat, welke op zich
zelf nog in staat zijn, in deze gevechtsmomenten gezamelijk ter
rein te winnen.
Een dergelijk groepje kunnen we stellen op 4 a 5 man.
Wij zouden dus de kleinste stootgroep onder één commandant
willen samenstellen uit 9 man, den commandant inbegrepen.
De sectie zou dan 3 van dergelijke groepen kunnen bevatten,
tezamen onder 1 commandant, den onderofficier brigadecomman
dant van de stootbrigade. Deze commandant leidt dan in het
gevecht de voorwaartsche beweging, de groepeering, het verband
enz. der stootbrigade volgens de aanwijzingen van den officier
sectiecommandant.
De samenstelling van de stootbrigade zal dus kunnen bestaan uit
1 commandant, brigadecommandant (onderofficier)
3 G. (K) groepen elk tellende
1 commandant (brigadier of korporaal)
8 G. (K) dragenden.
Voor de samenstelling van de sectie komen wij dus tot het volgende
Infanterie-sectie.
(Commandant een officier of s. m. i
1 K. M.-brigade 1 G. (K)-brigade
cdt: (onderofficier) cdt: (onderofficier)
3 K. M.-groepen, elk bestaande 3 G. (K)-groepen, elk bestaande
uituit
1 cdt. (brigadier/korporaal) 1 cdt. (brigadier/korporaal)
1 schutter 8 G. (K)-dragenden
1 helPer t TT"
4 handlangers Totaal 1 cdt. en G1 man
2 verkenners
Totaal 1 cdt. en 27 man
De sectie telt dus 1 cdt. plus 56 man, of rangsgewijze berekend
1 officier, 2 onderofficieren, 6 brigadiers/korporaals en 48 man
schappen.
In vergelijking met de bestaande organisatie hebben wij hier
dus een organisatie, welke 1 onderofficier en 6 manschappen
minder, doch 3 brigadiers meer telt.
Aan G. (K)-dragenden telt de bestaande organisatie 51 man
op een totale sterkte van 60 man, terwijl deze organisatie er 50
bezit op een totale sterkte van 56, dus respectievelijk 85 °/0 en
ruim 89
238